Typologie(ën)

opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Jean MAELSCHALCKarchitect1908

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 5332
lees meer

Beschrijving

Drie verschillende opbrengsthuizen in eclectische stijl, elk gesigneerd ‘Jean Maelschalck Architecte', 1908.

Vijf bouwlagen. Handelsruimte.

Nr. 45. Op hoek met Vanderschrickstraat, gebouw geïnspireerd door Vlaamse renaissance. Bakstenen gevel met witstenen elementen. Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in J. Volderslaan, hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Vanderschrickstraat. Op benedenverdieping afwisselend banden in hard- en witsteen. Tweede en vijfde bouwlaag met rond- of korfboogvensters, rechthoekige muuropeningen in middelste bouwlagen, sommige met stenen tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.. In J. Volderslaan licht risaliterende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.; verspringende toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.. Balkons op hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en in Vanderschrickstraat met oorspronkelijk smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. DakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met tentdak in elke straat. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling, uitstalramen met schuiframen.

Jean Volderslaan 45, pui (foto 2004).

Nr. 47. Simili-natuurstenen gevel met twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Benedenverdieping met geblokte hardstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder hoge I-balkIJzeren latei met I-profiel.. In hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. gestapelde trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., bekroond door terras; drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. in hoogste bouwlaag, elders onder latei. In toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. oorspronkelijk wellicht sgraffiti op friezenHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en op borstweringspaneel van hoogste bouwlaag. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.

Nr. 49. Huis met drie gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. belijnd door hardstenen banden. Winkelpui gemoderniseerd (1963). Vorm van muuropeningen varieert volgens bouwlaag. Doorlopend  balkon op eerste verdieping. Op volgende verdiepingen centraal gestapelde hardstenen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door terras met stenen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. AttiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw.  (1963). Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  op verdiepingen. IJzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. vervangen.

 

Bronnen

Archieven
GASG/DS 45: 184 (1908); 47: 199 (1908); 49: 169 (1908), 120 (1963).