Typologie(ën)
opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
Fernand DE PAPE – architect – 1922
Georges VERLANT – architect – 1922
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Art deco
Beaux-Artsstijl
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
1997-2004
id
Urban : 5254
Beschrijving
Opbrengsthuis n.o.v. arch. Georges Verlant en Fernand De Pape, 1922.
Op doorlopend perceel met J. Stasstraat nr. 3. Twee gevels in verschillende stijl; opgetrokken volgens zelfde bouwvergunning ter vervanging van twee huizen in neoclassicistische stijl, 1846 en 1868.
Louizalaan nr. 25. Gevel in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk.. Vijf bouwlagen onder mansarde. Simili-natuurstenen gevel. Van in begin handelsruimte; samen met eerste verdieping verbouwd tot winkelpui met twee bouwlagen (1960). Op verdiepingen licht convexe gevel. Rechthoekige of korfboogvensters, per drie gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; in hoogste bouwlaag inspringende venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. geflankeerd door halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt.. Gevel rijkelijk voorzien van bloemen- en fruitguirlandes, in vierde bouwlaag opgehouden door putti, en bekroond met klokgevelGevel waarvan de top klokvormig is. met dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is..
J. Stasstraat nr. 3. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik.. Zes bouwlagen. Op benedenverdieping voormalig theesalon in ‘Franse modernistische stijl'; later verbouwd. Op verdiepingen rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Tweede, derde en vierde bouwlaag uitkragend en geflankeerd door concave muurstroken waarin oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Vijfde en zesde bouwlaag telkens met houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Hoogste inspringend.
Op doorlopend perceel met J. Stasstraat nr. 3. Twee gevels in verschillende stijl; opgetrokken volgens zelfde bouwvergunning ter vervanging van twee huizen in neoclassicistische stijl, 1846 en 1868.
Louizalaan nr. 25. Gevel in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk.. Vijf bouwlagen onder mansarde. Simili-natuurstenen gevel. Van in begin handelsruimte; samen met eerste verdieping verbouwd tot winkelpui met twee bouwlagen (1960). Op verdiepingen licht convexe gevel. Rechthoekige of korfboogvensters, per drie gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; in hoogste bouwlaag inspringende venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. geflankeerd door halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt.. Gevel rijkelijk voorzien van bloemen- en fruitguirlandes, in vierde bouwlaag opgehouden door putti, en bekroond met klokgevelGevel waarvan de top klokvormig is. met dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is..
J. Stasstraat nr. 3. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik.. Zes bouwlagen. Op benedenverdieping voormalig theesalon in ‘Franse modernistische stijl'; later verbouwd. Op verdiepingen rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Tweede, derde en vierde bouwlaag uitkragend en geflankeerd door concave muurstroken waarin oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Vijfde en zesde bouwlaag telkens met houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Hoogste inspringend.
Bronnen
Archieven
GASG/DS 25: 25 (1846), 91 (1922), 6 (1960); 3: 6602 (1868).
Tijdschriften
GASG/DS 25: 25 (1846), 91 (1922), 6 (1960); 3: 6602 (1868).
Tijdschriften
‘ Georges Verlant et Fernand De Paepe ', Le Document, 33, 1925, pp. 101-103.