Typologie(ën)
kantoorgebouw
politiecommissariaat
politiecommissariaat
Ontwerper(s)
A. M. VAN ANTWERPEN – architect – 1971
VERMEULEN – architect – 1971
Stijlen
Functionalisme
Inventaris(sen)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - herinneringsplaats van een gemeenschap of van van een sociale groep (bijvoorbeeld de bedevaartskapel op het Kerkplein in Sint-Agatha-Berchem, “de Oude Linde” in Boendael te Elsene); - een plaats met volkssymboliek (bijvoorbeeld het café het “Goudblommeke in papier” in de Cellebroersstraat); - een plaats waar een wijk samenkomt of gestructureerd is (bijvoorbeeld De gebouwen “Fer à Cheval”- in de Floréal tuinwijk); - een goed dat deel uitmaakt van of bestaat uit openbare voorzieningen (scholen, crèches, gemeenschaps- of parochiezalen, sporthallen, stadions, enz.); - goed of ensemble (al dan niet sociale huisvesting) ontworpen om sociale interactie, wederzijdse hulp en buurtcohesie te stimuleren (bijvoorbeeld de woonwijken die na de Tweede Wereldoorlog werden gebouwd in Ganshoren of de wijken die speciaal voor ouderen werden ontworpen); - goed dat deel uitmaakt van een industrieel complex dat een aanzienlijke activiteit heeft gegenereerd in de gemeente waar het zich bevindt of in het Gewest.
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroege gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (ingenieur), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan m.b.t. een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Urban : 41850
Beschrijving
Kantoorgebouw
in functionalistische stijl, n.o.v. architecten Van Antwerpen en Vermeulen,
1971.
De constructie van het politiebureau maakt deel uit van een algemeen renovatieproject van de wijk, vastgelegd volgens het ontwikkelingsplan dat werd goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 09.07.1968. Het bevindt zich op de plaats van een braakliggende ruimte die was overgebleven na de bouw van het stadhuis in 1934-1939, gelegen tussen de achtergevel en de Luikstraat.
Ruime, gelijkvloerse onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. die de helling van het terrein volgt en de volledige bouwblok inneemt tussen de Pastoor-, de Oude Pastorie-, de Luik- en Barcelonastraat. Hierop gebouw van drie bouwlagen onder plat dak. Hoofdgevel langs de Luikstraat (en de spoorwegberm), met ingang toegankelijk via een trap vanuit de sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Gevel van geprefabriceerde betonnen modules; met ingesneden muuropeningen en diagonale dorpelsOnderdorpel van een deur.. Ingang onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. Achtergevel identiek aan de voorgevel; blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. zijgevels bekleed met gele bakstenen die verwijzen naar de gevelstenenStenen plaat of blok, aangebracht in of op een gevel, met opschrift. van het naburige gemeentehuis. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in baksteen en betonnen platen: hier bevindt zich een grote garage voor de dienstvoertuigen. Dienstingang aan de Pastoorstraat; garagedeuren aan de Pastoor- en Oude Pastoriestraat. Deuren en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. gedeeltelijk vervangen.
Waardestelling
Artistieke waarde
Onroerend goed dat representatiefDe representativiteit verwijst naar het feit dat het onroerend goed een of meer significante kenmerken heeft in vergelijking met andere onroerende goederen in dezelfde categorie (bijvoorbeeld een typologie): het moet een “goed voorbeeld” zijn dat tal van betekenisvolle kenmerken in zich verenigt. De representativiteit van een goed wordt geëvalueerd in functie van zijn geografische context (lokaal, regionaal, nationaal), zijn chronologische context (is betekenisvol in de sociale, religieuze, politieke, industriële of wetenschappelijke geschiedenis, in de esthetiek), zijn historische architecturale context (bijvoorbeeld, het vertaalt op significante wijze een kenmerk van een desbetreffend tijdperk. Net als voor het bepalen van de zeldzaamheid, is het voor de representativiteit noodzakelijk het goed te vergelijken met andere goederen die tot dezelfde categorie behoren. Een onroerend goed kan representatief zijn voor een bepaalde stijl, typologie, stedenbouwkundig concept of het oeuvre van de ontwerper, enz. is voor de functionalistische stijl (herhaling van elementen en geprefabriceerde betonnen modules, strak en sober, optimaal gebruik van de ruimte). De verdiepte muuropeningen met diagonale dorpelsOnderdorpel van een deur. geven de gevels een repetitief en dynamisch aspect. Het goed bewaart zijn authenticiteitDe authenticiteit van een goed wordt beoordeeld op basis van de overeenstemming van de huidige staat met de oorspronkelijke staat. Een goed is authentiek als het plan, de vorm, het concept, de functie, de technieken, de materialen, de decoratie van de interne elementen overeenstemmen met een betekenisvolle, beduidende of kenmerkende staat. Het kan zijn dat een goed een natuurlijke aftakeling heeft ondergaan of een transformatie (bijvoorbeeld vervanging van het schrijnwerk – ramen in het bijzonder, vervanging van winkelpuien) en toch conform blijft aan zijn oorspronkelijke staat (zgn. bewaarde structurele continuïteit). Een goed is authentiek als het oorspronkelijke concept en de functie nog steeds leesbaar zijn (bijvoorbeeld een industrieel complex dat herbestemd is). De transformatie kan dan als een element van zijn geschiedenis worden beschouwd. We moeten bijgevolg de eventuele integratie van waardevolle elementen in de loop van de geschiedenis van het gebouw evalueren. en integriteitIntegriteit steunt op het begrip “integraliteit”, met andere woorden de fysieke volledigheid of bewaartoestand van het goed. We moeten dus evalueren of het goed nog altijd beschikt over zijn homogeniteit, zijn leesbaarheid en zijn materiële samenhang (bewaringstoestand van de oorspronkelijke materialen, de bouwtechnieken en de ruimtelijke indeling). Met andere woorden, of de bewaringstoestand van het goed nog intact en volledig is volgens zijn oorspronkelijke bouwperiode. Een onroerend goed kan voldoen aan het criterium van authenticiteit zonder te voldoen aan het criterium van integriteit (een verbouwd industrieel complex behoudt bijvoorbeeld zijn authenticiteit als het industriële karakter nog steeds leesbaar is, maar niet zijn integriteit als het interieur en het schrijnwerk zijn getransformeerd voor de herbestemming)..
Sociale waarde
Onroerend goed dat representatiefDe representativiteit verwijst naar het feit dat het onroerend goed een of meer significante kenmerken heeft in vergelijking met andere onroerende goederen in dezelfde categorie (bijvoorbeeld een typologie): het moet een “goed voorbeeld” zijn dat tal van betekenisvolle kenmerken in zich verenigt. De representativiteit van een goed wordt geëvalueerd in functie van zijn geografische context (lokaal, regionaal, nationaal), zijn chronologische context (is betekenisvol in de sociale, religieuze, politieke, industriële of wetenschappelijke geschiedenis, in de esthetiek), zijn historische architecturale context (bijvoorbeeld, het vertaalt op significante wijze een kenmerk van een desbetreffend tijdperk. Net als voor het bepalen van de zeldzaamheid, is het voor de representativiteit noodzakelijk het goed te vergelijken met andere goederen die tot dezelfde categorie behoren. Een onroerend goed kan representatief zijn voor een bepaalde stijl, typologie, stedenbouwkundig concept of het oeuvre van de ontwerper, enz. is voor de typologie van politiecommissariaten, die deel uitmaken van de openbare voorzieningen van de gemeente.
Stedenbouwkundige waarde
Onroerend goed met contextuele waarde omdat het een herkenningspunt vormt in het stedelijk landschap en een nadrukkelijke aanwezigheid markeert.
Technische waarde
Onroerend goed dat representatiefDe representativiteit verwijst naar het feit dat het onroerend goed een of meer significante kenmerken heeft in vergelijking met andere onroerende goederen in dezelfde categorie (bijvoorbeeld een typologie): het moet een “goed voorbeeld” zijn dat tal van betekenisvolle kenmerken in zich verenigt. De representativiteit van een goed wordt geëvalueerd in functie van zijn geografische context (lokaal, regionaal, nationaal), zijn chronologische context (is betekenisvol in de sociale, religieuze, politieke, industriële of wetenschappelijke geschiedenis, in de esthetiek), zijn historische architecturale context (bijvoorbeeld, het vertaalt op significante wijze een kenmerk van een desbetreffend tijdperk. Net als voor het bepalen van de zeldzaamheid, is het voor de representativiteit noodzakelijk het goed te vergelijken met andere goederen die tot dezelfde categorie behoren. Een onroerend goed kan representatief zijn voor een bepaalde stijl, typologie, stedenbouwkundig concept of het oeuvre van de ontwerper, enz. is voor een specifieke bouwtechniek in architectonisch beton.
De constructie van het politiebureau maakt deel uit van een algemeen renovatieproject van de wijk, vastgelegd volgens het ontwikkelingsplan dat werd goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 09.07.1968. Het bevindt zich op de plaats van een braakliggende ruimte die was overgebleven na de bouw van het stadhuis in 1934-1939, gelegen tussen de achtergevel en de Luikstraat.
Ruime, gelijkvloerse onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. die de helling van het terrein volgt en de volledige bouwblok inneemt tussen de Pastoor-, de Oude Pastorie-, de Luik- en Barcelonastraat. Hierop gebouw van drie bouwlagen onder plat dak. Hoofdgevel langs de Luikstraat (en de spoorwegberm), met ingang toegankelijk via een trap vanuit de sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Gevel van geprefabriceerde betonnen modules; met ingesneden muuropeningen en diagonale dorpelsOnderdorpel van een deur.. Ingang onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. Achtergevel identiek aan de voorgevel; blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. zijgevels bekleed met gele bakstenen die verwijzen naar de gevelstenenStenen plaat of blok, aangebracht in of op een gevel, met opschrift. van het naburige gemeentehuis. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in baksteen en betonnen platen: hier bevindt zich een grote garage voor de dienstvoertuigen. Dienstingang aan de Pastoorstraat; garagedeuren aan de Pastoor- en Oude Pastoriestraat. Deuren en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. gedeeltelijk vervangen.
Waardestelling
Artistieke waarde
Onroerend goed dat representatiefDe representativiteit verwijst naar het feit dat het onroerend goed een of meer significante kenmerken heeft in vergelijking met andere onroerende goederen in dezelfde categorie (bijvoorbeeld een typologie): het moet een “goed voorbeeld” zijn dat tal van betekenisvolle kenmerken in zich verenigt. De representativiteit van een goed wordt geëvalueerd in functie van zijn geografische context (lokaal, regionaal, nationaal), zijn chronologische context (is betekenisvol in de sociale, religieuze, politieke, industriële of wetenschappelijke geschiedenis, in de esthetiek), zijn historische architecturale context (bijvoorbeeld, het vertaalt op significante wijze een kenmerk van een desbetreffend tijdperk. Net als voor het bepalen van de zeldzaamheid, is het voor de representativiteit noodzakelijk het goed te vergelijken met andere goederen die tot dezelfde categorie behoren. Een onroerend goed kan representatief zijn voor een bepaalde stijl, typologie, stedenbouwkundig concept of het oeuvre van de ontwerper, enz. is voor de functionalistische stijl (herhaling van elementen en geprefabriceerde betonnen modules, strak en sober, optimaal gebruik van de ruimte). De verdiepte muuropeningen met diagonale dorpelsOnderdorpel van een deur. geven de gevels een repetitief en dynamisch aspect. Het goed bewaart zijn authenticiteitDe authenticiteit van een goed wordt beoordeeld op basis van de overeenstemming van de huidige staat met de oorspronkelijke staat. Een goed is authentiek als het plan, de vorm, het concept, de functie, de technieken, de materialen, de decoratie van de interne elementen overeenstemmen met een betekenisvolle, beduidende of kenmerkende staat. Het kan zijn dat een goed een natuurlijke aftakeling heeft ondergaan of een transformatie (bijvoorbeeld vervanging van het schrijnwerk – ramen in het bijzonder, vervanging van winkelpuien) en toch conform blijft aan zijn oorspronkelijke staat (zgn. bewaarde structurele continuïteit). Een goed is authentiek als het oorspronkelijke concept en de functie nog steeds leesbaar zijn (bijvoorbeeld een industrieel complex dat herbestemd is). De transformatie kan dan als een element van zijn geschiedenis worden beschouwd. We moeten bijgevolg de eventuele integratie van waardevolle elementen in de loop van de geschiedenis van het gebouw evalueren. en integriteitIntegriteit steunt op het begrip “integraliteit”, met andere woorden de fysieke volledigheid of bewaartoestand van het goed. We moeten dus evalueren of het goed nog altijd beschikt over zijn homogeniteit, zijn leesbaarheid en zijn materiële samenhang (bewaringstoestand van de oorspronkelijke materialen, de bouwtechnieken en de ruimtelijke indeling). Met andere woorden, of de bewaringstoestand van het goed nog intact en volledig is volgens zijn oorspronkelijke bouwperiode. Een onroerend goed kan voldoen aan het criterium van authenticiteit zonder te voldoen aan het criterium van integriteit (een verbouwd industrieel complex behoudt bijvoorbeeld zijn authenticiteit als het industriële karakter nog steeds leesbaar is, maar niet zijn integriteit als het interieur en het schrijnwerk zijn getransformeerd voor de herbestemming)..
Sociale waarde
Onroerend goed dat representatiefDe representativiteit verwijst naar het feit dat het onroerend goed een of meer significante kenmerken heeft in vergelijking met andere onroerende goederen in dezelfde categorie (bijvoorbeeld een typologie): het moet een “goed voorbeeld” zijn dat tal van betekenisvolle kenmerken in zich verenigt. De representativiteit van een goed wordt geëvalueerd in functie van zijn geografische context (lokaal, regionaal, nationaal), zijn chronologische context (is betekenisvol in de sociale, religieuze, politieke, industriële of wetenschappelijke geschiedenis, in de esthetiek), zijn historische architecturale context (bijvoorbeeld, het vertaalt op significante wijze een kenmerk van een desbetreffend tijdperk. Net als voor het bepalen van de zeldzaamheid, is het voor de representativiteit noodzakelijk het goed te vergelijken met andere goederen die tot dezelfde categorie behoren. Een onroerend goed kan representatief zijn voor een bepaalde stijl, typologie, stedenbouwkundig concept of het oeuvre van de ontwerper, enz. is voor de typologie van politiecommissariaten, die deel uitmaken van de openbare voorzieningen van de gemeente.
Stedenbouwkundige waarde
Onroerend goed met contextuele waarde omdat het een herkenningspunt vormt in het stedelijk landschap en een nadrukkelijke aanwezigheid markeert.
Technische waarde
Onroerend goed dat representatiefDe representativiteit verwijst naar het feit dat het onroerend goed een of meer significante kenmerken heeft in vergelijking met andere onroerende goederen in dezelfde categorie (bijvoorbeeld een typologie): het moet een “goed voorbeeld” zijn dat tal van betekenisvolle kenmerken in zich verenigt. De representativiteit van een goed wordt geëvalueerd in functie van zijn geografische context (lokaal, regionaal, nationaal), zijn chronologische context (is betekenisvol in de sociale, religieuze, politieke, industriële of wetenschappelijke geschiedenis, in de esthetiek), zijn historische architecturale context (bijvoorbeeld, het vertaalt op significante wijze een kenmerk van een desbetreffend tijdperk. Net als voor het bepalen van de zeldzaamheid, is het voor de representativiteit noodzakelijk het goed te vergelijken met andere goederen die tot dezelfde categorie behoren. Een onroerend goed kan representatief zijn voor een bepaalde stijl, typologie, stedenbouwkundig concept of het oeuvre van de ontwerper, enz. is voor een specifieke bouwtechniek in architectonisch beton.
Bronnen
Archieven
GAV/DS 19406.