Typologie(ën)

kantoorgebouw
politiecommissariaat

Ontwerper(s)

A. M. VAN ANTWERPENarchitect1971

VERMEULENarchitect1971

Stijlen

Functionalisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

id

Urban : 41850
lees meer

Beschrijving

Kantoorgebouw in functionalistische stijl, n.o.v. architecten Van Antwerpen en Vermeulen, 1971.

De constructie van het politiebureau maakt deel uit van een algemeen renovatieproject van de wijk, vastgelegd volgens het ontwikkelingsplan dat werd goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 09.07.1968. Het bevindt zich op de plaats van een braakliggende ruimte die was overgebleven na de bouw van het stadhuis in 1934-1939, gelegen tussen de achtergevel en de Luikstraat.

Ruime, gelijkvloerse onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. die de helling van het terrein volgt en de volledige bouwblok inneemt tussen de Pastoor-, de Oude Pastorie-, de Luik- en Barcelonastraat. Hierop gebouw van drie bouwlagen onder plat dak. Hoofdgevel langs de Luikstraat (en de spoorwegberm), met ingang toegankelijk via een trap vanuit de sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Gevel van geprefabriceerde betonnen modules; met ingesneden muuropeningen en diagonale dorpelsOnderdorpel van een deur.. Ingang onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. Achtergevel identiek aan de voorgevel; blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. zijgevels bekleed met gele bakstenen die verwijzen naar de gevelstenenStenen plaat of blok, aangebracht in of op een gevel, met opschrift. van het naburige gemeentehuis. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in baksteen en betonnen platen: hier bevindt zich een grote garage voor de dienstvoertuigen. Dienstingang aan de Pastoorstraat; garagedeuren aan de Pastoor- en Oude Pastoriestraat. Deuren en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. gedeeltelijk vervangen.


Waardestelling
Artistieke waarde

Onroerend goed dat representatiefDe representativiteit verwijst naar het feit dat het onroerend goed een of meer significante kenmerken heeft in vergelijking met andere onroerende goederen in dezelfde categorie (bijvoorbeeld een typologie): het moet een “goed voorbeeld” zijn dat tal van betekenisvolle kenmerken in zich verenigt. De representativiteit van een goed wordt geëvalueerd in functie van zijn geografische context (lokaal, regionaal, nationaal), zijn chronologische context (is betekenisvol in de sociale, religieuze, politieke, industriële of wetenschappelijke geschiedenis, in de esthetiek), zijn historische architecturale context (bijvoorbeeld, het vertaalt op significante wijze een kenmerk van een desbetreffend tijdperk. Net als voor het bepalen van de zeldzaamheid, is het voor de representativiteit noodzakelijk het goed te vergelijken met andere goederen die tot dezelfde categorie behoren. Een onroerend goed kan representatief zijn voor een bepaalde stijl, typologie, stedenbouwkundig concept of het oeuvre van de ontwerper, enz. is voor de functionalistische stijl (herhaling van elementen en geprefabriceerde betonnen modules, strak en sober
, optimaal gebruik van de ruimte). De verdiepte muuropeningen met diagonale dorpelsOnderdorpel van een deur. geven de gevels een repetitief en dynamisch aspect. Het goed bewaart zijn authenticiteitDe authenticiteit van een goed wordt beoordeeld op basis van de overeenstemming van de huidige staat met de oorspronkelijke staat. Een goed is authentiek als het plan, de vorm, het concept, de functie, de technieken, de materialen, de decoratie van de interne elementen overeenstemmen met een betekenisvolle, beduidende of kenmerkende staat. Het kan zijn dat een goed een natuurlijke aftakeling heeft ondergaan of een transformatie (bijvoorbeeld vervanging van het schrijnwerk – ramen in het bijzonder, vervanging van winkelpuien) en toch conform blijft aan zijn oorspronkelijke staat (zgn. bewaarde structurele continuïteit). Een goed is authentiek als het oorspronkelijke concept en de functie nog steeds leesbaar zijn (bijvoorbeeld een industrieel complex dat herbestemd is). De transformatie kan dan als een element van zijn geschiedenis worden beschouwd. We moeten bijgevolg de eventuele integratie van waardevolle elementen in de loop van de geschiedenis van het gebouw evalueren. en integriteitIntegriteit steunt op het begrip “integraliteit”, met andere woorden de fysieke volledigheid of bewaartoestand van het goed. We moeten dus evalueren of het goed nog altijd beschikt over zijn homogeniteit, zijn leesbaarheid en zijn materiële samenhang (bewaringstoestand van de oorspronkelijke materialen, de bouwtechnieken en de ruimtelijke indeling). Met andere woorden, of de bewaringstoestand van het goed nog intact en volledig is volgens zijn oorspronkelijke bouwperiode. Een onroerend goed kan voldoen aan het criterium van authenticiteit zonder te voldoen aan het criterium van integriteit (een verbouwd industrieel complex behoudt bijvoorbeeld zijn authenticiteit als het industriële karakter nog steeds leesbaar is, maar niet zijn integriteit als het interieur en het schrijnwerk zijn getransformeerd voor de herbestemming)..

Sociale waarde
Onroerend goed dat representatiefDe representativiteit verwijst naar het feit dat het onroerend goed een of meer significante kenmerken heeft in vergelijking met andere onroerende goederen in dezelfde categorie (bijvoorbeeld een typologie): het moet een “goed voorbeeld” zijn dat tal van betekenisvolle kenmerken in zich verenigt. De representativiteit van een goed wordt geëvalueerd in functie van zijn geografische context (lokaal, regionaal, nationaal), zijn chronologische context (is betekenisvol in de sociale, religieuze, politieke, industriële of wetenschappelijke geschiedenis, in de esthetiek), zijn historische architecturale context (bijvoorbeeld, het vertaalt op significante wijze een kenmerk van een desbetreffend tijdperk. Net als voor het bepalen van de zeldzaamheid, is het voor de representativiteit noodzakelijk het goed te vergelijken met andere goederen die tot dezelfde categorie behoren. Een onroerend goed kan representatief zijn voor een bepaalde stijl, typologie, stedenbouwkundig concept of het oeuvre van de ontwerper, enz. is voor de typologie van politiecommissariaten, die deel uitmaken van de openbare voorzieningen van de gemeente.

Stedenbouwkundige waarde
Onroerend goed met contextuele waarde omdat het een herkenningspunt vormt in het stedelijk landschap en een nadrukkelijke aanwezigheid markeert.

Technische waarde
Onroerend goed dat representatiefDe representativiteit verwijst naar het feit dat het onroerend goed een of meer significante kenmerken heeft in vergelijking met andere onroerende goederen in dezelfde categorie (bijvoorbeeld een typologie): het moet een “goed voorbeeld” zijn dat tal van betekenisvolle kenmerken in zich verenigt. De representativiteit van een goed wordt geëvalueerd in functie van zijn geografische context (lokaal, regionaal, nationaal), zijn chronologische context (is betekenisvol in de sociale, religieuze, politieke, industriële of wetenschappelijke geschiedenis, in de esthetiek), zijn historische architecturale context (bijvoorbeeld, het vertaalt op significante wijze een kenmerk van een desbetreffend tijdperk. Net als voor het bepalen van de zeldzaamheid, is het voor de representativiteit noodzakelijk het goed te vergelijken met andere goederen die tot dezelfde categorie behoren. Een onroerend goed kan representatief zijn voor een bepaalde stijl, typologie, stedenbouwkundig concept of het oeuvre van de ontwerper, enz. is voor een specifieke bouwtechniek in architectonisch beton.

Bronnen

Archieven
GAV/DS 19406.