Typologie(ën)
opslagplaats/loods
woning
gelijkvloers met handelszaak
woning
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
Gaspard DEVALCK – architect – 1903
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2019
id
Urban : 39679
Beschrijving
Geheel van twee huizen in eclectische stijl, het
ene met commerciële benedenverdieping, het andere leidend naar kantoren en een
magazijn achterin, n.o.v. architect Gaspard Devalck, 1903.
De achtergebouwen werden in 1941 verbouwd en vergroot voor de chocoladefabriek Neuhaus (n.o.v. architect Marcel Leloup). Het geheel werd onlangs grondig gerenoveerd, met de bouw van woningen achterin (n.o.v. architecten Orts en Balleriaux).
Gevels van drie bouwlagen in witsteen, versierd met hardstenen elementen op de benedenverdieping. Muuropeningen onder latei, de meeste met kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., op gegroefde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. op de tweede verdieping. Oorspronkelijke bekronende kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op gegroefde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Schrijnwerk vervangen.
Op nr. 25, benedenverdieping met hardstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., vroeger rond een etalage die terugweek naar een hal met daarin de deuren van de winkel en de woning, het geheel onder doorlopende I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Twee gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. Op de eerste verdieping, doorlopend balkon waarvan de borstwering wellicht is vervangen. Glasdeuren onder een latei verankerd in uitspringende aanzetstenenGeprofileerd of versierd blok (natuur)steen waarop een boog of een strek steunt. op een holronde consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Inspringende borstweringen op de tweede verdieping. Fries op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met een dambordpatroon van gele baksteen.
Op nr. 27-29, gevel van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waarvan de eerste drie, in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., een symmetrische compositie vormen. Centrale stenen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras met vervangen borstwering. Toegangsdeur op de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), inrijpoort op de laatste. Op de verdiepingen, borstweringen met spiegel, vroeger misschien versierd. Boven de inrijpoort en rond de glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. van de tweede verdieping, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. versierd met een sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister)., het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. boven de inrijpoort thans monochroom, de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de tweede verdieping, hoefijzerboogvormig en identiek volgens spiegelbeeldschema, met de voorstelling van een pauw tegen een landschap met een stralende zon. Twee houten dakkappelen van latere datum.
Achter de twee huizen, magazijn oorspronkelijk van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en drie bouwlagen. In het verlengde van nr. 25, stalling, bureau en bediendenkantoor, in 1941 vervangen door één volume onder plat dak gebruikt als opslagplaats.
De achtergebouwen werden in 1941 verbouwd en vergroot voor de chocoladefabriek Neuhaus (n.o.v. architect Marcel Leloup). Het geheel werd onlangs grondig gerenoveerd, met de bouw van woningen achterin (n.o.v. architecten Orts en Balleriaux).
Gevels van drie bouwlagen in witsteen, versierd met hardstenen elementen op de benedenverdieping. Muuropeningen onder latei, de meeste met kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., op gegroefde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. op de tweede verdieping. Oorspronkelijke bekronende kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op gegroefde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Schrijnwerk vervangen.
Op nr. 25, benedenverdieping met hardstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., vroeger rond een etalage die terugweek naar een hal met daarin de deuren van de winkel en de woning, het geheel onder doorlopende I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Twee gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. Op de eerste verdieping, doorlopend balkon waarvan de borstwering wellicht is vervangen. Glasdeuren onder een latei verankerd in uitspringende aanzetstenenGeprofileerd of versierd blok (natuur)steen waarop een boog of een strek steunt. op een holronde consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Inspringende borstweringen op de tweede verdieping. Fries op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met een dambordpatroon van gele baksteen.
Op nr. 27-29, gevel van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waarvan de eerste drie, in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., een symmetrische compositie vormen. Centrale stenen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras met vervangen borstwering. Toegangsdeur op de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), inrijpoort op de laatste. Op de verdiepingen, borstweringen met spiegel, vroeger misschien versierd. Boven de inrijpoort en rond de glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. van de tweede verdieping, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. versierd met een sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister)., het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. boven de inrijpoort thans monochroom, de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de tweede verdieping, hoefijzerboogvormig en identiek volgens spiegelbeeldschema, met de voorstelling van een pauw tegen een landschap met een stralende zon. Twee houten dakkappelen van latere datum.
Achter de twee huizen, magazijn oorspronkelijk van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en drie bouwlagen. In het verlengde van nr. 25, stalling, bureau en bediendenkantoor, in 1941 vervangen door één volume onder plat dak gebruikt als opslagplaats.
Bronnen
Archieven
GAA/DS 9487 (03.07.1903), 31386 (11.09.1941).