Typologie(ën)

kantoorgebouw

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1861-1864

Juridisch statuut

Afgebroken en/of verbouwd in

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 38983
lees meer

Beschrijving

Imposante gevelwand met neoclassicistisch uitzicht, als scherm vóór diverse vleugels met M-vormige inplanting. Opgetrokken in 1861-1864 ter plaatse van zes rijhuizen - waaronder de eigen woning - van architect Louis Montoyer van 1784. Complex gebouwd in opdracht van de Staat (1860) voor de uitbreidende ministeriële departementen, ten noorden van en in verbinding met de herenhuizen Wetstraat nr. 12-14, en samen met het ruime hoekpand Hertogsstraat nr. 4 (voltooid 1864), ter plaatse van het voormalige refugiehuis van de Sint-Gertrudisabdij van Leuven (zie Wetstraat nr. 14-16). 

Symmetrische gevelwand met totaal zevenentwintig traveeën en drie of vier verkleinende bouwlagen, al of niet onder mansardebedaking met dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder boogfronton. Qua materialengebruik en architectonische vormgeving stilistisch aansluitend bij de door architect Barnabé Guimard in eind 18e eeuw ontworpen gevelfronten aan de Wetstraat. Bepleisterde gevels met overvloedige verwerking van blauwe hardsteen: hoge belijnde begane grond onder zware puilijst, met verdiepte rechthoekige deuren en vensters voorzien van lekdrempels boven de decoratieve panelen, en verspringende sokkelhoogte overeenkomstig de terreinhelling. Verdiepte bovenvensters per één of meerdere traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in gevelhoge spaarvelden. Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) brede westgevel met vier bouwlagen in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. als pendant van de hoekgevel Hertogsstraat; overdekte loopbrug ter hoogte van de tweede bouwlaag sinds 1981, ter verbinding van het Parlement en het voormalig Ministerie van Spoorwegen. Overige gevelpartijen met drie bouwlagen en rechthoekige bovenvensters in geriemde omlijsting; nr. 5 met in negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) rijker uitgewerkte omlijstingen, met entablementen en centraal balkon op bel-etage, festoensluitsteen en voluutsluitsteen respectievelijk op de derde en in 1903 toegevoegde vierde bouwlaag. Brede hardstenen gelede kordons en bedekte steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. onder de kroonlijsten, al dan niet op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop..

Bronnen

Publicaties en studies
CHRISTENS R., Het Hotel van Financiën. Geschiedenis van een huis, Tielt, 1987, pp. 29 en 53-56.