Typologie(ën)
kantoorgebouw
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1861-1864
Stijlen
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 38983
Beschrijving
Imposante
gevelwand met neoclassicistisch uitzicht, als scherm vóór diverse vleugels met
M-vormige inplanting. Opgetrokken in 1861-1864 ter plaatse van zes rijhuizen -
waaronder de eigen woning - van architect Louis Montoyer van 1784. Complex
gebouwd in opdracht van de Staat (1860) voor de uitbreidende ministeriële
departementen, ten noorden van en in verbinding met de herenhuizen Wetstraat
nr. 12-14, en samen met het ruime hoekpand Hertogsstraat nr. 4 (voltooid 1864),
ter plaatse van het voormalige refugiehuis van de Sint-Gertrudisabdij van
Leuven (zie Wetstraat nr. 14-16).
Symmetrische gevelwand met totaal zevenentwintig
traveeën en drie of vier verkleinende bouwlagen, al of niet onder
mansardebedaking met dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder boogfronton. Qua materialengebruik en
architectonische vormgeving stilistisch aansluitend bij de door architect Barnabé
Guimard in eind 18e eeuw ontworpen gevelfronten aan de Wetstraat. Bepleisterde
gevels met overvloedige verwerking van blauwe hardsteen: hoge belijnde begane
grond onder zware puilijst, met verdiepte rechthoekige deuren en vensters
voorzien van lekdrempels boven de decoratieve panelen, en verspringende
sokkelhoogte overeenkomstig de terreinhelling. Verdiepte bovenvensters per één
of meerdere traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in gevelhoge spaarvelden. Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) brede westgevel
met vier bouwlagen in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. als pendant van de hoekgevel Hertogsstraat;
overdekte loopbrug ter hoogte van de tweede bouwlaag sinds 1981, ter verbinding
van het Parlement en het voormalig Ministerie van Spoorwegen. Overige
gevelpartijen met drie bouwlagen en rechthoekige bovenvensters in geriemde
omlijsting; nr. 5 met in negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) rijker uitgewerkte omlijstingen, met
entablementen en centraal balkon op bel-etage, festoensluitsteen en
voluutsluitsteen respectievelijk op de derde en in 1903 toegevoegde vierde
bouwlaag. Brede hardstenen gelede kordons en bedekte steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. onder de
kroonlijsten, al dan niet op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop..
Bronnen
Publicaties en studies
CHRISTENS R., Het Hotel van Financiën. Geschiedenis van een huis, Tielt, 1987, pp. 29 en 53-56.