Typologie(ën)
opbrengsthuis
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1908
Stijlen
Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Vorst (DPC-DCE - 2014-2020)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016-2019
id
Urban : 38923
Beschrijving
Opbrengstpand met commerciële benedenverdieping,
in eclectische stijl met invloed van de neo-Vlaamse renaissancestijl, 1908.
Opstand van vier bouwlagen en in totaal tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...): drie aan de Ukkelse laan, twee schuine traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), vijf aan de Zamanlaan; gevels in baksteen met talrijke elementen in hardsteen. Rondboogopeningen op de benedenverdieping en in de laatste bouwlaag, waar ze per twee gekoppeld zijn; de overige onder steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster.. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gescandeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Vier trapezoïdale gestapelde erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. over de eerste en tweede verdieping (oorspronkelijk in hout en bekroond door een leien dak). Aan de Ukkelse laan, centrale toegangstravee met verspringende bouwlagen, hoger en bekroond door een tentdak; schuine traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond door een dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder tentdak en voorzien van drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Alle kleine dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. zijn verwijderd. Oorspronkelijke kroonlijst, de rest van het schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... gewijzigd.
Opstand van vier bouwlagen en in totaal tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...): drie aan de Ukkelse laan, twee schuine traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), vijf aan de Zamanlaan; gevels in baksteen met talrijke elementen in hardsteen. Rondboogopeningen op de benedenverdieping en in de laatste bouwlaag, waar ze per twee gekoppeld zijn; de overige onder steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster.. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gescandeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Vier trapezoïdale gestapelde erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. over de eerste en tweede verdieping (oorspronkelijk in hout en bekroond door een leien dak). Aan de Ukkelse laan, centrale toegangstravee met verspringende bouwlagen, hoger en bekroond door een tentdak; schuine traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond door een dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder tentdak en voorzien van drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Alle kleine dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. zijn verwijderd. Oorspronkelijke kroonlijst, de rest van het schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... gewijzigd.
Bronnen
Archieven
GAV/DS 4628 (1908), 7667 (1923), 12704 (1935).
