Typologie(ën)
Ontwerper(s)
Georges DE HENS – architect – 1957-1974
R. ROORYCK – ingenieur – 1957-1974
Bruno J. JANSSENS – architectenbureau – 1984
Philippe VAN SNICK – plastisch kunstenaar – 2014
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreding Noord (Apeb - 2016-2018)
- Het monumentale erfgoed van België. Laken (Archistory - 2016-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Geschiedenis
Het logistieke centrum TIR (Transport International Routier) is gevestigd in het noordelijke deel van de site van Thurn en Taxis, dat oorspronkelijk was voorbehouden voor commerciële doeleinden en voorheen werd ingenomen door de loodsen van verscheidene maatschappijen. Het gaat om een magazijnencomplex met in totaal 160.000 m² aan opslagruimten die door de Haven van Brussel worden verhuurd. Het complex biedt zowel een douanedienst voor goederen als een dienst voor opslag en logistiek. De goederen worden ’s nachts of in de vroege ochtend met vrachtwagens aangevoerd en dan overgeladen op kleinere voertuigen om in de stad te worden verdeeld.
Het eerste gebouw, in de Dieudonné Lefèvrestraat, werd in twee fazen ontworpen: 1957-1958 voor het oostelijke derde, en 1964-1967 voor de westelijke twee derden. Het tweede gebouw, aan de Havenlaan, bestaat uit vier belendende loodsen die een L vormen; drie ervan werden in 1970-1971 ontworpen, de vierde, aan de laan (nr.106), in 1974. In 1981 werden viaducten naar de eerste verdieping van de twee gebouwen aangelegd, op de straatgevel in de Dieudonné Lefèvrestraat, en over heel de omtrek van het gebouw aan de Havenlaan. In 1984 werd tegen de westgevel van het gebouw aan de Lefèvrestraat een nieuw administratief gebouw ontworpen (architectenbureau Bruno J. Janssens). In 2012 werden op de twee daken zonnepanelen geïnstalleerd, toen de grootste dergelijke installatie in Brussel. De gebouwen werden gerenoveerd, onder meer door het schilderen van het viaduct aan de Lefèvrestraat en de inhuldiging, in 2014, van het Groot Orgel, een werk van de kunstenaar Philippe Van Snick dat de gevel aan de kant van de Havenlaan versiert. In de nabije toekomst zal het complex worden verbonden met het Vergotedok via een platform waarop goederen kunnen worden overgeladen.
Beschrijving
Op nr.1c Dieudonné Lefèvrestraat, rechthoekig gebouw met een geraamte van gewapend beton, 107 meter lang en 70 meter diep, met vier bouwlagen onder plat dak. Gevels bekleed met witte geëmailleerde baksteen. Op de lange gevels, begane grond behandeld als een galerij op pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…), met een verhoogde vloer die een laadkade met inrijpoorten vormt. De verdiepingen worden geritmeerd door talrijke vierkante muuropeningen met keramieken claustra’s, in een vijfpuntige opstelling op negen registersVensterstrook in een topgevel.. Fijne hellende kroonlijst in beton.
Op de straatgevel, galerij met pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) in omgekeerde L, doorlopend in een grote betonnen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. met een overstek van zeven meter, ingewerkt in de zijgevels. Op de eerste verdieping, die in 1981 werd ingericht, een rij inrijpoorten achter een betonnen viaduct met een volle stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., op zware T-vormige pijlers. De toegangen worden beklemtoond door een doorlopende metalen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak..
Achtergevel met lichtjes holrond linkeruiteinde, voorzien van een verticale muuropening versierd met glasstenen. Oorspronkelijk waren de laadkaden rechtstreeks verbonden met de sporen van Thurn en Taxis.
Op de linkerzijgevel, achteraan, eenzelfde galerij onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. als op de voorgevel, met laadkaden, oorspronkelijk bestemd voor het overladen. Aan weerszijden hiervan, twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) afgesloten met glazen platen, elk met een metalen noodtrap. Aan straatzijde, hoog metalen kunstwerk met spitse punten en een blauwe bol gevangen in een netwerk van lengte- en breedtecirkels, als symbool van het internationaal verkeer. De rechterzijgevel was oorspronkelijk ook voorzien van overlaadkaden.
Langs de zijgevels, viaduct met leuningen, die links aansluitend op die van het andere gebouw.
Binnen werd de begane grond oorspronkelijk gebruikt voor de ontvangst, het uitpakken, het inklaren en het overladen van de goederen, terwijl de verdiepingen dienden voor langdurige opslag. De verdiepingen zijn bereikbaar via twee goederenliften en een personenlift, die toegang geeft tot twee overlangse gangen.
Op nr.104-106 Havenlaan, L-vormig gebouw onder plat dak. Gevels met dezelfde esthetiek als het eerste gebouw, in geëmailleerde baksteen en geritmeerd door dezelfde claustra’s. Op sommige delen van het dak, een of twee inspringende verdiepingen met kantoren, met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. van beschilderde bakstenen waarop een hoog hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. van “decoratief beton” rust.
De noordgevel heeft dezelfde compositie als de hoofdgevel van het gebouw aan de Lefèvrestraat. Het bovendeel van de zuidgevel is gerenoveerd. De westgevels hebben elk slechts twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van muuropeningen met claustra’s. De oostgevel, aan de Havenlaan, is versierd met drie groepen claustra’s, gevolgd door een reeks van zeven verticale voorstevenvormige muurvlakken met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met gevarieerde grootte en plaatsing.
Het viaduct langs de drie hoofdgevels is toegankelijk via twee opritten aan de westgevel die via een bochtig tracé op elkaar aansluiten. Aan de kant van de laan werden de pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) van de viaduct in 2014 aan het zicht onttrokken door een 150 meter lang kunstwerk van Philippe Van Snick gemaakt van profielen van gekleurd aluminium.
Bronnen
Archieven
SAB/OW Dieudonné Lefèvrestraat 1c: 77586 (1957), 92042 (1964), 89949 (1981), 94605 (1984); Havenlaan 104-106: 86003 (1970-1971), 86122 (1974).
Publicaties en studies
Les habits neufs du port de Bruxelles, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, s.d., pp. 20-21.
Tijdschriften
“Bruxelles: un canal, des usines et des hommes”, Les Cahiers de la Fonderie, 1, 1986, p. 117.
“La gare des transports internationaux routiers de Bruxelles”, La Technique des Travaux, 7-8, 1968, pp. 238-244.
Websites
www.port.brussels