Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
T. FELLENDAELS – architect – 1907
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016-2017
id
Urban : 37745
Beschrijving
Burgerhuis in eclectische stijl, n.o.v.
architect T. Fellendaels, 1907.
Opstand van drie traveeën, de centrale breder, en drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Gedrukte benedenverdieping in hardsteen en rusticablokken van rood marmer, verdiepingen in lichtgekleurde baksteen met hardstenen elementen. Garage (1936) ter vervanging van twee vensters met stenen tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.. Houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met art-nouveaumotief. Fries op het hoofdgestel versierd met witstenen spiegels met schijfmotief. Onderschild opengewerkt met een oeil-de-boeufKleine ronde, ovale of achthoekige dakkapel; meestal in zink. en met twee dakkappelen met gecanneleerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., het centrale onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Bewaard schrijnwerk, behalve dat van de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.; bovenlichten met roedeverdeling en geel glas.
Opstand van drie traveeën, de centrale breder, en drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Gedrukte benedenverdieping in hardsteen en rusticablokken van rood marmer, verdiepingen in lichtgekleurde baksteen met hardstenen elementen. Garage (1936) ter vervanging van twee vensters met stenen tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.. Houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met art-nouveaumotief. Fries op het hoofdgestel versierd met witstenen spiegels met schijfmotief. Onderschild opengewerkt met een oeil-de-boeufKleine ronde, ovale of achthoekige dakkapel; meestal in zink. en met twee dakkappelen met gecanneleerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., het centrale onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Bewaard schrijnwerk, behalve dat van de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.; bovenlichten met roedeverdeling en geel glas.
Bronnen
Archieven
SAB/OW Laken 4078 (1907), 45053 (1936).