Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
Georges PONCELET – architect – 1897
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Neo-Vlaamse renaissance
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
2016-2017
id
Urban : 37548
Beschrijving
Geheel van vijf
burgerhuizen in eclectische stijl met neo-Vlaamse renaissancekenmerken,
ontworpen door architect Georges Poncelet in 1897 i.o.v. de gebroeders Derbaix,
die verscheidene terreinen in de straat bezaten en van wie de chocoladefabriek zich
ook in de wijk bevond (Molenbeekstraat nr. 169-169b).
Huizen van twee bouwlagen en twee of drie traveeën, de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. bekroond door een puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met rechte aandaken of een trapgevel, in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. op een of meer arcaturen. De eerste vier opstanden zijn bijna identiek een op twee. Bakstenen gevels met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen, hardsteen en enkele zwarte bakstenen. Balkons, oorspronkelijk met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Ankers. Friezen op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. aanvankelijk versierd met cementtegelsTegel op basis van cement, vaak polychroom versierd en gebruikt voor vloeren, friezen en borstweringen..
Op nr. 135, inrijpoort naar een achtergebouw. Geveltop met vleugelstukken en een bolvormig topstuk. Diamantkoppen. Kroonlijst vervangen. Schrijnwerk vervangen; beglaasde metalen deur in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk..
Op nr. 137, kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bewaard. Schrijnwerk vervangen; impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. van de deur versierd met een glas-in-loodraam in art-decostijl.
Op nr. 139, lichtblauw geschilderde gevel. Puntgevel met obeliskvormige bekroning. Diamantkoppen. Beschilderde cementtegels. Dakkapel van latere datum. Borstwering vervangen.
Op nr. 141, balkon verbouwd tot een gemetselde erker in 1929. CementtegelsTegel op basis van cement, vaak polychroom versierd en gebruikt voor vloeren, friezen en borstweringen. verdwenen. Kroonlijsten bekleed met pvc. Schrijnwerk vervangen.
Op nr. 143, puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. onder rond topstuk. Diamantkoppen. Kroonlijst vervangen. Deur bewaard.
Huizen van twee bouwlagen en twee of drie traveeën, de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. bekroond door een puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met rechte aandaken of een trapgevel, in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. op een of meer arcaturen. De eerste vier opstanden zijn bijna identiek een op twee. Bakstenen gevels met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen, hardsteen en enkele zwarte bakstenen. Balkons, oorspronkelijk met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Ankers. Friezen op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. aanvankelijk versierd met cementtegelsTegel op basis van cement, vaak polychroom versierd en gebruikt voor vloeren, friezen en borstweringen..
Op nr. 135, inrijpoort naar een achtergebouw. Geveltop met vleugelstukken en een bolvormig topstuk. Diamantkoppen. Kroonlijst vervangen. Schrijnwerk vervangen; beglaasde metalen deur in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk..
Op nr. 137, kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bewaard. Schrijnwerk vervangen; impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. van de deur versierd met een glas-in-loodraam in art-decostijl.
Op nr. 139, lichtblauw geschilderde gevel. Puntgevel met obeliskvormige bekroning. Diamantkoppen. Beschilderde cementtegels. Dakkapel van latere datum. Borstwering vervangen.
Op nr. 141, balkon verbouwd tot een gemetselde erker in 1929. CementtegelsTegel op basis van cement, vaak polychroom versierd en gebruikt voor vloeren, friezen en borstweringen. verdwenen. Kroonlijsten bekleed met pvc. Schrijnwerk vervangen.
Op nr. 143, puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. onder rond topstuk. Diamantkoppen. Kroonlijst vervangen. Deur bewaard.
Bronnen
Archieven
SAB/OW Laken 4741 (1897); 141: 38694 (1929).
Publicaties en studies
MOUTURY, S., CORDEIRO, P., HEYMANS, V., Le logement ouvrier et social à Laeken. Étude historique et architecturale débouchant sur des propositions de mesures de protection, Cel Historisch Erfgoed van de Stad Brussel, Brussel, 1997, p. 37.