Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Georges PONCELETarchitect1899

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016-2017

id

Urban : 37544
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl, in 1899 ontworpen door architect Georges Poncelet i.o.v. Auguste Derbaix, directeur van de gelijknamige chocoladefabriek gelegen aan de achterzijde (zie Molenbeekstraat nr. 169-169b).

Oorspronkelijk, halfopen bebouwing met straatgevel drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), rechts geflankeerd door een tiental meter lange omheiningsmuur, waarvan de centrale toegang naar een stal en een koetshuis leidde. In 1926-1927 liet Derbaix nr. 17 bouwen op de plaats van de omheiningsmuur en verbouwde hij nr. 17a tot een rijwoning: verhoging met één verdieping met recuperatie van het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel., toevoeging van een bakstenen traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) rechts, en verbouwing van het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) tot deur. Op latere datum, plaatsing van een doorlopende  gemetselde dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..

Oorspronkelijke gevel in witsteen van Savonnière met hardstenen elementen. Inspringende zijtraveeën; buitenste vlakken behandeld als pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., met balkon met stenen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere.; balustersVaasvormige spijl van een borstwering. verdwenen. Muuropeningen op de benedenverdieping onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. Vensters op de eerste verdieping onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.; borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. Vensters op de laatste verdieping onder hanenkamVlakke samengestelde latei, waarvan de stenen als boogstenen functioneren; in ruime zin slaat de term ook op een boog met een getrapte (pseudo-) boogrug.. Bewaarde kroonlijst, deur en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van de benedenverdieping, met schuifraam en tandfriesLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief..

Bronnen

Archieven
SAB/OW Laken 5212 (1899); 17: Laken 3457 (1911), Laken PV Reg.
 162 (09.07.1914), 51926 (1926), 53141 (1927).