Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Georges PONCELETarchitect1899

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016-2017

id

Urban : 37544
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in eclectische stijl, in 1899 ontworpen door architect Georges Poncelet i.o.v. Auguste Derbaix, directeur van de gelijknamige chocoladefabriek gelegen aan de achterzijde (zie Molenbeekstraat nr. 169-169b).

Oorspronkelijk, halfopen bebouwing met straatgevel drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), rechts geflankeerd door een tiental meter lange omheiningsmuur, waarvan de centrale toegang naar een stal en een koetshuis leidde. In 1926-1927 liet Derbaix nr. 17 bouwen op de plaats van de omheiningsmuur en verbouwde hij nr. 17a tot een rijwoning: verhoging met één verdieping met recuperatie van het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel., toevoeging van een bakstenen traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) rechts, en verbouwing van het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) tot deur. Op latere datum, plaatsing van een doorlopende gemetselde dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..

Oorspronkelijke gevel in witsteen van Savonnière met hardstenen elementen. Inspringende zijtraveeën; buitenste vlakken behandeld als pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Centrale travee in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., met balkon met stenen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere.; balustersVaasvormige spijl van een borstwering. verdwenen. Muuropeningen op de benedenverdieping onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. Vensters op de eerste verdieping onder entablement; borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. Vensters op de laatste verdieping onder hanenkam. Bewaarde kroonlijst, deur en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van de benedenverdieping, met schuifraam en tandfries.

Bronnen

Archieven
SAB/OW Laken 5212 (1899); 17: Laken 3457 (1911), Laken PV Reg.
 162 (09.07.1914), 51926 (1926), 53141 (1927).