Typologie(ën)
burgerwoning
werkplaats (ambachtelijk)
werkplaats (ambachtelijk)
Ontwerper(s)
Pierre NETELS – architect – 1930
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Art deco
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
2016-2017
id
Urban : 37545
Beschrijving
Burgerhuis in
art-decostijl, n.o.v. architect Pierre Netels, 1930.
Het huis werd gebouwd i.o.v. Albert Debecker, die er in 1958 achteraan een confectieatelier liet bouwen. Het perceel is met een stompe hoek verbonden met dat op de Charles Demeerstraat nr. 21 (zie dit nummer), een huis met achterliggende werkplaatsen, gebouwd omstreeks 1910 i.o.v. Jules Debecker, fabrikant van passementwerk voor meubels.
Gevel in oranjekleurige baksteen met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en hardsteen. Symmetrische opstand van drie bouwlagen en drie traveeën, de centrale smaller. Deur geflankeerd door een garagepoort en een venster, allemaal onder een veelhoekige boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. met doorlopende archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.; sleutels met geometrische uitsprongen vormen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. voor de trapezoïdale uitsprong van de eerste verdieping, bekroond door twee tweezijdige erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. verbonden door een balkon met houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met geometrisch motief voor centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.. Verdieping bekroond door een luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. op een houten structuur van korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. en onder schilddak. Centrale vensters onder getande latei, zijvensters op de tweede verdieping onder mijterboog. Kroonlijst gevat tussen twee driehoekige stenen topstukken. Kroonlijst, luifel, borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en deuren met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling bewaard. Raamwerk van de verdiepingen vervangen.
Het huis werd gebouwd i.o.v. Albert Debecker, die er in 1958 achteraan een confectieatelier liet bouwen. Het perceel is met een stompe hoek verbonden met dat op de Charles Demeerstraat nr. 21 (zie dit nummer), een huis met achterliggende werkplaatsen, gebouwd omstreeks 1910 i.o.v. Jules Debecker, fabrikant van passementwerk voor meubels.
Gevel in oranjekleurige baksteen met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en hardsteen. Symmetrische opstand van drie bouwlagen en drie traveeën, de centrale smaller. Deur geflankeerd door een garagepoort en een venster, allemaal onder een veelhoekige boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. met doorlopende archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.; sleutels met geometrische uitsprongen vormen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. voor de trapezoïdale uitsprong van de eerste verdieping, bekroond door twee tweezijdige erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. verbonden door een balkon met houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met geometrisch motief voor centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.. Verdieping bekroond door een luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. op een houten structuur van korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. en onder schilddak. Centrale vensters onder getande latei, zijvensters op de tweede verdieping onder mijterboog. Kroonlijst gevat tussen twee driehoekige stenen topstukken. Kroonlijst, luifel, borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en deuren met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling bewaard. Raamwerk van de verdiepingen vervangen.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 39418 (1930), 69391 (1958).