Typologie(ën)
woning of opbrengsthuis (onbepaald)
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1775-1800
Stijlen
Classicisme
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
id
Urban : 37463
Beschrijving
Diephuis
met drie bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en
beschilderde gevel met Lodewijk XVI-elementen, vermoedelijk uit het laatste
kwart van de 18e eeuw.
Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op verbonden lekdrempels; uitgewerkte sluitsteen met diamantkop en geprofileerde panelen met dropmotief op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. (19e eeuw). Brede halsvormige topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., met vlak omlijst rechthoekige vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Verbouwde benedenverdieping; zichtbare puilijst op gegroefde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..
Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op verbonden lekdrempels; uitgewerkte sluitsteen met diamantkop en geprofileerde panelen met dropmotief op de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. (19e eeuw). Brede halsvormige topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., met vlak omlijst rechthoekige vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Verbouwde benedenverdieping; zichtbare puilijst op gegroefde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..