Typologie(ën)

appartementsgebouw

Ontwerper(s)

Léon JANLETarchitect1922

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 36792
lees meer

Beschrijving

Appartementsgebouw in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., n.o.v. architect Léon Janlet, 1922.

Maakt deel uit van een homogene huizenrij, van nr.6 tot nr.22.

Op een onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in hardsteen, gevel bekleed met witsteen en versierd met roodgekleurde bakstenen. Opstand van vijf bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de zijtraveeën bekroond door een gewelfd frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en met over de eerste drie verdiepingen een gebogen gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras afgesloten door een ijzeren borstwering. Op de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), smeedijzeren toegangsdeur achter een bordes en, op de verdiepingen, per twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Muuropeningen in gevarieerde vormen. Op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), smeedijzeren garagepoort ter hoogte van de kelderverdieping. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  heel gedeeltelijk bewaard.

Garages aan de achterzijde van het perceel.

Achteruitbouwstrook aangelegd als tuintje afgesloten door een ijzeren hek, bewaard.


Bronnen

Archieven
GAV/DS 7576 (1922), 7711 (1923), 25194 (2012-2013).