Typologie(ën)
architectenwoning
appartementsgebouw
appartementsgebouw
Ontwerper(s)
Victor BOURGEOIS – architect – 1934
Victor BOURGEOIS – architect – 1948
Victor BOURGEOIS – architect – 1925
Victor BOURGEOIS – architect – 1928
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Modernisme
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Koekelberg (DPC-DCE - 2020-2023)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2020-2022
id
Urban : 35692
Beschrijving
Modernistisch
huis, ontworpen door en voor architect Victor Bourgeois, 1925. De architect
heeft het zelf meermaals verbouwd: in 1928 (toevoeging van een bouwlaag), in
1934 (wijziging van de ingang) en in 1948 (toevoeging van een niveau en
verbouwing tot appartementsgebouw).
Oorspronkelijk was het huis twee bouwlagen hoog en zag het eruit als een kubus met witte gevel, horizontale en verticale gevelopeningen en een balkon met stenen borstwering. Het architectenbureau bevond zich op de gelijkvloerse verdieping en de meeste kamers en leefruimtes in het souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping.. Hierdoor kwam de eerste verdieping vrij en werd ze ingenomen door één grote ruimte. Dit is het eerste gebouw van Victor Bourgeois dat verwijst naar de invloed van Le Corbusier. Vanaf 1928 heeft Victor Bourgeois zelf verschillende wijzigingen aan zijn huis gebracht. Het huis verloor geleidelijk zijn status als modernistisch manifest van de Belgische architectuur.
Momenteel heeft de gevel vier bouwlagen. Benedenverdieping in hardsteen, verdiepingen bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen.. Verdiepingen met vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters., onderbroken door een muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. van imitatienatuursteen. Deur en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Oorspronkelijk was het huis twee bouwlagen hoog en zag het eruit als een kubus met witte gevel, horizontale en verticale gevelopeningen en een balkon met stenen borstwering. Het architectenbureau bevond zich op de gelijkvloerse verdieping en de meeste kamers en leefruimtes in het souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping.. Hierdoor kwam de eerste verdieping vrij en werd ze ingenomen door één grote ruimte. Dit is het eerste gebouw van Victor Bourgeois dat verwijst naar de invloed van Le Corbusier. Vanaf 1928 heeft Victor Bourgeois zelf verschillende wijzigingen aan zijn huis gebracht. Het huis verloor geleidelijk zijn status als modernistisch manifest van de Belgische architectuur.
Momenteel heeft de gevel vier bouwlagen. Benedenverdieping in hardsteen, verdiepingen bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen.. Verdiepingen met vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters., onderbroken door een muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. van imitatienatuursteen. Deur en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Bronnen
Archieven
GAK/DS 1678-54 (1925), 2003-97 (1928), 2752-77 (1934), 3630-35 (1948), 6868-23 (1995), 6951-4 (1996).
Publicaties en studies
STRAUVEN, I., De gebroeders Bourgeois. Architectuur en plastique pure, Brussel, AAM éditions, 2005.