Typologie(ën)

pastorie

Ontwerper(s)

Hector GÉRARDarchitect, landmeter / meetkundig schatter1893

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016, 2019

id

Urban : 35046
lees meer

Beschrijving

Twee analoge woningen, de eerste vroeger gebruikt als pastorie, de tweede als vicarishuis, in 1893 ontworpen door architect Hector Gérard voor eenzelfde eigenaar, een zekere Dominique Versé.

De halfvrijstaande huizen werden gescheiden door een grote ommuurde tuin, die werd vervangen door een modernistischInternationale stijl (vanaf ca. 1920) waarbij het functionele primeert op de vorm. Wordt gekenmerkt door een rationeel grondplan, eenvoudige geometrische vormen, platte daken en het gebruik van moderne materialen zoals gewapend beton. parochiecentrum (nr. 14-16) met een grote zaal op de verdieping, dat in 1970 door architect H. Sneiders werd ontworpen. Toen werden ook de zij- en achtergevels van de huizen gewijzigd. In 1996 werd de pastorie op nr. 28 herbestemd tot woningen.

Gebouwen van respectievelijk twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met wolfeindZadeldak waarvan de nok niet tot de geveleinden doorloopt, maar met korte driehoekige eindschilden (wolfeinden) wordt afgewolfd. en drie bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Bakstenen gevels versierd met witsteen en hardsteen. Decor van diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen.. Muuropeningen onder lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. en ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast..

Op nr. 12, verzorgde gevel met vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de laatste drie in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Op de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), deur met timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. versierd met een cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd.. Het plan voorzag op de verdieping in een balkon, dat nooit is uitgevoerd. Kroonlijst met talrijke consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met tollenHangende elementen aan de klossen van een kroonlijst. afgewisseld met cementtegelsTegel op basis van cement, vaak polychroom versierd en gebruikt voor vloeren, friezen en borstweringen.. In het onderschild, drie oeils-de-boeufKleine ronde, ovale of achthoekige dakkapel; meestal in zink. en een houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster. en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Twee schoorsteenpijpenHet boven het metselwerk of dak uitstekende deel van een schoorsteen. en twee oeils-de-boeufKleine ronde, ovale of achthoekige dakkapel; meestal in zink. op de zijgevel. Kroonlijsten en deur bewaard.

Interieur.
Oorspronkelijk, enfilade van salon, eetkamer en verandaGrotendeels met glas dichtgezette houten of metalen uitbouw van een huis; leefruimte met voornamelijk palmen en exotische planten. rechts. Ontvangkamer en bureau links, verluchtingsschacht en dan keuken en bijkeuken.

Op nr. 28, drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de zijtraveeën in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en toegang op de tweede. Onderbouw met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Oorspronkelijke kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Schrijnwerk vervangen.

Interieur.
Oorspronkelijk, enfilade van salon, eetkamer en verandaGrotendeels met glas dichtgezette houten of metalen uitbouw van een huis; leefruimte met voornamelijk palmen en exotische planten. links. Ontvangkamer, keuken en bijkeuken rechts.

Bronnen

Archieven
GAA/DS
 12: 5627 (06.09.1893); 14-16: 43793 (02.03.1970); 28: 5624 (02.09.1893), 47856 (06.02.1996).

Tijdschriften
Almanach du Commerce et de l’Industrie, “Donny (rue)”, 1900.