Typologie(ën)
appartementsgebouw
gelijkvloers met handelszaak
werkplaats (ambachtelijk)
gelijkvloers met handelszaak
werkplaats (ambachtelijk)
Ontwerper(s)
Raymond MOENAERT – architect – 1913
Edmond DELUNE – aannemer, architect – 1914
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016, 2019
id
Urban : 35048
Beschrijving
Gebouw in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., met handelszaak op de
benedenverdieping en woning op de verdieping, en met achterliggende ateliers,
in 1913 ontworpen door architect Raymond Moenaert en in 1914 gebouwd door
aannemer Edmond Delune voor zeepfabrikant Désiré Leclercq. Links, inrijpoort in
dezelfde stijl, die vroeger naar nr. 50 Gheudestraat leidde (zie dit nummer), in
1933 ontworpen door architect G. Vuille voor de Brasseries Impérial, de
toenmalige eigenaar van het complex.
Geschiedenis
Nr. 35-37 verving het linkerdeel van de voormalige zeepziederij van Edouard Quanonne, schoonvader van Désiré Leclercq. Dit bedrijf, dat zich in 1870 in de straat vestigde, nam de huidige nr. 33 en 35-37 in. Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog werd het rechterdeel van de zeepziederij overgekocht door de Manufacture Socquet (zie nr. 33). In 1921 werd nr. 35-37 ingenomen door de likeurfabriek Etablissements Wittouck, die het gebouw drie jaar later kocht. De fabriek breidde zich toen ook achteraan uit, op nr. 50 Gheudestraat, een magazijn uit 1874 dat toegankelijk was via een koetsdoorgang op nr. 39 De Meersmanstraat. In 1928 werd het complex overgenomen door de Brasseries Impérial, die het magazijn aan de Gheudestraat (zie nr. 50) in dat jaar grondig lieten verbouwen om er een garage en kantoor te vestigen (n.o.v. architect Clément Huberty). In 1933 liet de brouwerij de koetsdoorgang op nr. 39 De Meersmanstraat opnieuw aanleggen (n.o.v. architect G. Vuille). Nr. 35-37 is thans buiten gebruik en de toegang, via nr. 39, naar het gebouw in de Gheudestraat is gedicht.
Beschrijving
Op nr. 35-37, gebouw aan straatzijde van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Bakstenen gevel versierd met witstenen en hardstenen elementen. Links, verspringende toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., inspringend op de verdiepingen. Op de benedenverdieping rechts, vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van een kantoor, brede pui met zijdeur en inrijpoort. Pui en ingang onder I-balk, de eerste dik en op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog.. Op de verdieping, symmetrische compositie tussen twee pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op druiper: twee inspringende muurvlakken met een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder boogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., gescheiden door een trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met gemetselde borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en een houten bovenbouw met kroonlijst. Deur en het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. ernaast onder doorlopende archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. Bekronende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op talrijke geometrische consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Leistenen onderschild met houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met moneel. Stenen elementen versierd met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. en blazoenen. Deur met traliewerk en raamwerk met roedeverdeling op de verdiepingen bewaard.
Interieur. Op de benedenverdieping, kantoor en magazijn vooraan, dat laatste met een toegang naar een breed lokaal met rekken (rayons) achteraan.
Achteraan, werkplaats onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. evenwijdig aan de straat, oorspronkelijk aan drie zijden afgeboord door een mezzanine. Tussen de twee gebouwen en tegen de linker mandelige muur, volume onder plat dak, vroeger met een klein atelier op de benedenverdieping, uitgevend op het magazijn, en met een opslagplaats op de verdieping, verbonden met een kantoor vooraan.
Op nr. 39, koetsdoorgang, in 1933 voorzien van een zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met metalen gebinte. Bakstenen gevel aansluitend op de gevel van nr. 35-37, versierd met similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. Euvillesteen en met in het bovengedeelte dezelfde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. als zijn buur. Brede rechthoekige poort (vernieuwd). Gewelfde bekroning.
Geschiedenis
Nr. 35-37 verving het linkerdeel van de voormalige zeepziederij van Edouard Quanonne, schoonvader van Désiré Leclercq. Dit bedrijf, dat zich in 1870 in de straat vestigde, nam de huidige nr. 33 en 35-37 in. Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog werd het rechterdeel van de zeepziederij overgekocht door de Manufacture Socquet (zie nr. 33). In 1921 werd nr. 35-37 ingenomen door de likeurfabriek Etablissements Wittouck, die het gebouw drie jaar later kocht. De fabriek breidde zich toen ook achteraan uit, op nr. 50 Gheudestraat, een magazijn uit 1874 dat toegankelijk was via een koetsdoorgang op nr. 39 De Meersmanstraat. In 1928 werd het complex overgenomen door de Brasseries Impérial, die het magazijn aan de Gheudestraat (zie nr. 50) in dat jaar grondig lieten verbouwen om er een garage en kantoor te vestigen (n.o.v. architect Clément Huberty). In 1933 liet de brouwerij de koetsdoorgang op nr. 39 De Meersmanstraat opnieuw aanleggen (n.o.v. architect G. Vuille). Nr. 35-37 is thans buiten gebruik en de toegang, via nr. 39, naar het gebouw in de Gheudestraat is gedicht.
Beschrijving
Op nr. 35-37, gebouw aan straatzijde van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Bakstenen gevel versierd met witstenen en hardstenen elementen. Links, verspringende toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., inspringend op de verdiepingen. Op de benedenverdieping rechts, vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van een kantoor, brede pui met zijdeur en inrijpoort. Pui en ingang onder I-balk, de eerste dik en op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog.. Op de verdieping, symmetrische compositie tussen twee pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op druiper: twee inspringende muurvlakken met een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder boogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., gescheiden door een trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met gemetselde borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en een houten bovenbouw met kroonlijst. Deur en het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. ernaast onder doorlopende archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. Bekronende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op talrijke geometrische consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Leistenen onderschild met houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met moneel. Stenen elementen versierd met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. en blazoenen. Deur met traliewerk en raamwerk met roedeverdeling op de verdiepingen bewaard.
Interieur. Op de benedenverdieping, kantoor en magazijn vooraan, dat laatste met een toegang naar een breed lokaal met rekken (rayons) achteraan.
Achteraan, werkplaats onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. evenwijdig aan de straat, oorspronkelijk aan drie zijden afgeboord door een mezzanine. Tussen de twee gebouwen en tegen de linker mandelige muur, volume onder plat dak, vroeger met een klein atelier op de benedenverdieping, uitgevend op het magazijn, en met een opslagplaats op de verdieping, verbonden met een kantoor vooraan.
Op nr. 39, koetsdoorgang, in 1933 voorzien van een zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met metalen gebinte. Bakstenen gevel aansluitend op de gevel van nr. 35-37, versierd met similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. Euvillesteen en met in het bovengedeelte dezelfde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. als zijn buur. Brede rechthoekige poort (vernieuwd). Gewelfde bekroning.
Bronnen
Archieven
GAA/DS 185 (08.04.1870); 35-37: 14151 (03.04.1914); 39: 25848 (29.08.1933).
Publicaties en studies
JACOBS, Th., Savonnerie Leclercq, Brusselfabriek-Urban.brussels, 2019.
Tijdschriften
Almanach du Commerce et de l’Industrie, “Donny (rue)”, 1920, 1923.