Typologie(ën)
kerk/kathedraal/basiliek
pastorie
parochiezaal
pastorie
parochiezaal
Ontwerper(s)
William BARBER – architect – 1883
Jean FRANÇOIS – aannemer – 1883
Etienne TRIBOLET – glazenier – 2005-2007
B. BARDENHOWER – glazenier – 1898
HUVENNE & JASINSKI – architect – 1897
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Neogotiek
Neorenaissance
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
- Kerkkappen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1830-1940 (Urban - 2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Wetenschappelijk Over het algemeen gebruikt om natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden te waarderen in hun botanische kwaliteiten. Binnen de context van een onroerend goed kan het de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek.
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2007-2009
id
Urban : 19101
Beschrijving
Tweebeukige niet-georiënteerde kerk in eclectische stijl met neogotische elementen n.o.v. arch. William Barber, 1883. Uitgebreid met koor n.o.v. arch. Huvenne & Jasinski, 1897.
Geschiedenis
De Anglicanen zijn reeds tweehonderd jaar in Brussel aanwezig. Aanvankelijk kwamen ze samen in privé-woningen. Later, na de Slag bij Waterloo, werden de eerste reguliere congregaties opgericht. Deze congregatie had haar eerste kapel in de Belliardstraat nr. 12 (afgebroken). In 1882 kocht Colonial and Continental Church Society een perceel in de Kapitein Crespelstraat, waarop in 1883 een ijzeren noodkerk verrees. De huidige kerk werd gebouwd tussen 1883 en 1885 door aannemer Jean François naar de plannen van arch. William Barber. In 1897 werd de kerk uitgebreid met het koor n.o.v. arch. Huvenne & Jasinski. In datzelfde jaar sloot de congregatie van Saint-George, gehuisvest in de Sint-Joriskapel op Kunstberg, aan bij de congregatie van de Christ Church.
Na W.O. I, in 1928, werd op langs de straat het Church House (pastorij) opgericht.
Door de samenvoeging in 1958 van de congregatie van de Church of the Resurrection en deze van de Christ Church werd de parochie herdoopt in Church of the Holy Trinity. Bij de bouw van de achterliggende Louizapoortgalerij (zie Louizalaan nr. 32-46A) werd de kerk gedeeltelijk ondergraven en voorzien van ondergrondse lokalen voor de geloofsgemeenschap. Tegelijk werd bovengronds links van de kerk de Church Hall opgericht die in 2001 werd gemoderniseerd en uitgebreid.
Church House
Symmetrisch gebouw geïnspireerd op de Engelse renaissance, de zogenaamde Elizabethan style. Drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder leien dak met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Gevel in witsteen en baksteen. Zijtraveeën met getoogde poort onder gestapelde trapezoïdale witstenen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. die deels de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreekt en daar functioneert als borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. voor achterliggend terras. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met op benedenverdieping gedenksteen aan eerste steenlegging en getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. aan weerszijden van metalen kruis tegen zwarte achtergrond. Volgende bouwlagen in baksteen met witstenen drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.; op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van eerste verdieping 'HOLY TRINITY' tegen zwarte achtergrond en onder waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Kenmerkende afzatenAflopend bovenvlak van een dorpel.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard.
Church of the Holy Trinity
Hoog schip met links zijbeuk. Bakstenen gebouw met witstenen elementen; geveltop van schip bestaande uit polychroom en speels metselwerk. Hoofdgevel tussen zware steunberen die hoger overgaan in luchtboog met torenvormige bekroning en witstenen helm. Tussen steunberen ligt vooruitspringend volume onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met links trappen naar dubbele toegang, centrale brede steunmuur en rechts muur met overwegend blindZonder opening; blind venster, schijnopening. maaswerk; erboven hoog spitsboogvenster met maaswerk. Rozet in zijbeuk.
Interieur
Bakstenen interieur met witstenen elementen, zijbeuk onder lessenaardak met open gebinte en schip onder houten tongewelf. Kruisvormige motieven van polychrome marmeren lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … worden herhaald in polychroom en speels metselwerk van het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Tussen zijbeuk en schip spitse scheibogen op achtzijdige pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) en zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. met kruismedaillon. Zevenzijdig koor met rondboogvormige triomfboog en opvallende kraagstenen met colonetten.
Glas-in-loodramen
Zijbeuk met twee rozetten met voorstelling van resp. symbolen van vier evangelisten en Christus, en vervolgens sobere glasramen met St. Andrew & St. Paul, St. Patrick & St. David, St. George & St. Nicholas en St. Luke.
Koor met voorstellingen van geboorte, doop, kruisiging, wederopstanding en hemelvaart van Christus door glazenier "B. Bardenhower, Vitraux d'Art, Bruxelles, 1898” en geschonken door families Batho en Morse.
Meest recente glasramen met Bijbelse citaten door glazenier Etienne Tribolet van 2005 (zijbeuk) en 2007 (schip), beiden geschonken door familie Anselot.
Meubilair
Fraaie neogotische kansel.
Collon-orgel uit 1967.
Herdenkingsplaten
Herdenkingsteen aan Edith Cavell, directrice van de English Nursing Home and School for Nurses en parochiaan van deze kerk.
Herdenkingsteen aan gevallen parochianen tussen 1939 en 1945.
Geschiedenis
De Anglicanen zijn reeds tweehonderd jaar in Brussel aanwezig. Aanvankelijk kwamen ze samen in privé-woningen. Later, na de Slag bij Waterloo, werden de eerste reguliere congregaties opgericht. Deze congregatie had haar eerste kapel in de Belliardstraat nr. 12 (afgebroken). In 1882 kocht Colonial and Continental Church Society een perceel in de Kapitein Crespelstraat, waarop in 1883 een ijzeren noodkerk verrees. De huidige kerk werd gebouwd tussen 1883 en 1885 door aannemer Jean François naar de plannen van arch. William Barber. In 1897 werd de kerk uitgebreid met het koor n.o.v. arch. Huvenne & Jasinski. In datzelfde jaar sloot de congregatie van Saint-George, gehuisvest in de Sint-Joriskapel op Kunstberg, aan bij de congregatie van de Christ Church.
Na W.O. I, in 1928, werd op langs de straat het Church House (pastorij) opgericht.
Door de samenvoeging in 1958 van de congregatie van de Church of the Resurrection en deze van de Christ Church werd de parochie herdoopt in Church of the Holy Trinity. Bij de bouw van de achterliggende Louizapoortgalerij (zie Louizalaan nr. 32-46A) werd de kerk gedeeltelijk ondergraven en voorzien van ondergrondse lokalen voor de geloofsgemeenschap. Tegelijk werd bovengronds links van de kerk de Church Hall opgericht die in 2001 werd gemoderniseerd en uitgebreid.
Church House
Symmetrisch gebouw geïnspireerd op de Engelse renaissance, de zogenaamde Elizabethan style. Drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder leien dak met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Gevel in witsteen en baksteen. Zijtraveeën met getoogde poort onder gestapelde trapezoïdale witstenen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. die deels de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreekt en daar functioneert als borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. voor achterliggend terras. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met op benedenverdieping gedenksteen aan eerste steenlegging en getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. aan weerszijden van metalen kruis tegen zwarte achtergrond. Volgende bouwlagen in baksteen met witstenen drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.; op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van eerste verdieping 'HOLY TRINITY' tegen zwarte achtergrond en onder waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Kenmerkende afzatenAflopend bovenvlak van een dorpel.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard.
Church of the Holy Trinity
Hoog schip met links zijbeuk. Bakstenen gebouw met witstenen elementen; geveltop van schip bestaande uit polychroom en speels metselwerk. Hoofdgevel tussen zware steunberen die hoger overgaan in luchtboog met torenvormige bekroning en witstenen helm. Tussen steunberen ligt vooruitspringend volume onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met links trappen naar dubbele toegang, centrale brede steunmuur en rechts muur met overwegend blindZonder opening; blind venster, schijnopening. maaswerk; erboven hoog spitsboogvenster met maaswerk. Rozet in zijbeuk.
Interieur
Bakstenen interieur met witstenen elementen, zijbeuk onder lessenaardak met open gebinte en schip onder houten tongewelf. Kruisvormige motieven van polychrome marmeren lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … worden herhaald in polychroom en speels metselwerk van het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Tussen zijbeuk en schip spitse scheibogen op achtzijdige pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) en zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. met kruismedaillon. Zevenzijdig koor met rondboogvormige triomfboog en opvallende kraagstenen met colonetten.
Glas-in-loodramen
Zijbeuk met twee rozetten met voorstelling van resp. symbolen van vier evangelisten en Christus, en vervolgens sobere glasramen met St. Andrew & St. Paul, St. Patrick & St. David, St. George & St. Nicholas en St. Luke.
Koor met voorstellingen van geboorte, doop, kruisiging, wederopstanding en hemelvaart van Christus door glazenier "B. Bardenhower, Vitraux d'Art, Bruxelles, 1898” en geschonken door families Batho en Morse.
Meest recente glasramen met Bijbelse citaten door glazenier Etienne Tribolet van 2005 (zijbeuk) en 2007 (schip), beiden geschonken door familie Anselot.
Meubilair
Fraaie neogotische kansel.
Collon-orgel uit 1967.
Herdenkingsplaten
Herdenkingsteen aan Edith Cavell, directrice van de English Nursing Home and School for Nurses en parochiaan van deze kerk.
Herdenkingsteen aan gevallen parochianen tussen 1939 en 1945.
Bronnen
Archieven
GAE/DS 58-29.
GAE/DS 58-29.
Publicaties en studies
COX, R., Anglicans in Brussels, Brussel, 1999.