Typologie(ën)

fabriek
appartementsgebouw
werkplaats (ambachtelijk)

Ontwerper(s)

V. C. CRICKXarchitect1907-1908

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016, 2019

id

Urban : 34930
lees meer

Beschrijving

Gelegen op een uitgestrekt trapezoïdaal perceel langs de oude loop van de Kleine Zenne, gebouw gebruikt als werkplaats en woning, in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl, in 1907-1908 ontworpen door architect V.C. Crickx voor een koetswerkmaker.

Gebouw van vier bouwlagen onder plat dak, de laatste toegevoegd na 1930. Gevel van zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de eerst vijf symmetrisch, de laatste blindZonder opening; blind venster, schijnopening.; derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met de ingang, met verspringende bouwlagen en in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Deur met onregelmatig uitgesnedenVerdiept aanbrengen, beitelen,… omlijsting, bekroond door een ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en met timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. met bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting.. Aan weerszijden van de ingang wordt de benedenverdieping belijnd door een metalen ligger die lateienBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. vormt. Twee muuropeningen links, de eerste een inrijpoort verbouwd tot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., en drie muuropeningen rechts, de derde oorspronkelijk als inrijpoort. Rond de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met in de middelste bouwlagen balkons in verkleinende ordonnantie; balkonplaat met metalen balken op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. in hetzelfde materiaal (waarvan de meeste zijn verdwenen in de eerste bouwlaag); smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). verwijderd. Oud raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn..

Rechterzijgevel in zichtbare bakstenen, met in de eerste drie bouwlagen vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van verschillende breedte. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Ankers(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief..

Interieur. Oorspronkelijk bevond zich een grote werkplaats met een smederij op de benedenverdieping. TrappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. aan straatzijde. Op de verdiepingen, woning aan weerszijden van de trap vooraan, magazijn achteraan.

Bronnen

Archieven
GAA/DS 11511 (11.10.1907), 11603 (07.01.1908).

Publicaties en studies
CULOT, M. [red.], Anderlecht 1. Inventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980, fiche 67. 

Tijdschriften

Almanach du Commerce et de l’Industrie, “Bougie (rue de la)”, 1910.