Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 33187
lees meer

Beschrijving

Herenhuis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. inslag, 1876.

SouterrainHoge kelder of half verzonken verdieping., drie bouwlagene en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Witstenen gevel op hardstenen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel., met doorlopende  schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., puilijst en klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in vlakke, op de verdieping verticaal oplopende omlijstingen, met diamantkopsleutels, lekdrempels en onderdorpels; twee traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) breed centraal balkon op gegroefde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. op de bel-etage, guirlandesGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden.  op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de derde bouwlaag. Deur in de rechter traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Centrale, brede dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met tweelichtTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., geflankeerd door
œil-de-bœufs.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 24375 (1876).