Typologie(ën)

woning of opbrengsthuis (onbepaald)

Ontwerper(s)

J. MICHIELSarchitect1911

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art nouveau
Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32998
lees meer

Beschrijving

Scherp afgeschuind hoekgebouw (Sint-Jan Nepomucenusstraat nr. 13) in eclectische stijl met art-nouveau-inslag, naar ontwerp van architect J. Michiels van 1911; vier bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Deel uitmakend van een geheel van huur- en burgerhuizen dat het ganse bouwblok inneemt, cf. nr. 4 tot 10, 12-14, Sint-Jan Nepomucenusstraat nr. 15 en Lakensestraat nr. 171-177. 

Bepleisterde lijstgevel met imitatievoegwerk, op benedenbouw van hardsteen. Verticaliserende travee-indeling door gegroefde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. in kolossaal orde vanaf de puilijst. Ruim beglaasde pui met geblokte posten, inkom en vitrines onder I-balkenIJzeren latei met I-profiel. en entablement. Omlijste, alternerend brede en smalle bovenvensters, korfbogig op de eerste twee verdiepingen, rechthoekige met I-balkIJzeren latei met I-profiel. op de bovenste verdieping. Hoektravee met afgeronde penanten, geaccentueerd door een trapezoïdale houten erker waarop gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. balkon, een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op de bovenste verdieping en een brede dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Dito balkon, drielichten en kleinere dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. in de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zijde Koopliedenstraat. Uiterste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) uitgewerkt als trapzaal met korfboogdeur en glas-in-loodramen. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..


Bronnen

Archieven
SAB/OW 2034 (1911).