Typologie(ën)
woning of opbrengsthuis (onbepaald)
Ontwerper(s)
J. MICHIELS – architect – 1911
Stijlen
Art nouveau
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 32998
Beschrijving
Scherp
afgeschuind hoekgebouw (Sint-Jan Nepomucenusstraat nr. 13) in eclectische stijl
met art-nouveau-inslag, naar ontwerp van architect J. Michiels van 1911; vier bouwlagen
en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Deel uitmakend van een geheel van huur- en
burgerhuizen dat het ganse bouwblok inneemt, cf. nr. 4 tot 10, 12-14, Sint-Jan
Nepomucenusstraat nr. 15 en Lakensestraat nr. 171-177.
Bepleisterde lijstgevel
met imitatievoegwerk, op benedenbouw van hardsteen. Verticaliserende
travee-indeling door gegroefde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. in kolossaal orde vanaf de puilijst.
Ruim beglaasde pui met geblokte posten, inkom en vitrines onder I-balkenIJzeren latei met I-profiel. en
entablement. Omlijste, alternerend brede en smalle bovenvensters, korfbogig op
de eerste twee verdiepingen, rechthoekige met I-balkIJzeren latei met I-profiel. op de bovenste verdieping.
Hoektravee met afgeronde penanten, geaccentueerd door een trapezoïdale houten
erker waarop gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. balkon, een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op de bovenste
verdieping en een brede dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Dito balkon,
drielichten en kleinere dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. in de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zijde Koopliedenstraat.
Uiterste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) uitgewerkt als trapzaal met korfboogdeur en glas-in-loodramen.
Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..
Bronnen
Archieven
SAB/OW 2034 (1911).