Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

MIGEVANT1875

Statut juridique

Beschermd sinds 09 februari 1995

Stijlen

Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32771
lees meer

Beschrijving

Huurhuis in eclectische stijl met neo-Vlaamse renaissance-inslag, naar ontwerp van architect Migevant van 1875, cf. ook half verdwenen opschrift ‘... fecit anno 1875’.

Rijk geornamenteerde lijstgevel van bak-en natuursteen; vier bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedak (leien). Dubbelhuisopstand geaccentueerd door het middenrisaliet; horizontaal geleed door het gevelbrede balkon met opengewerkte borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en consoles van de tweede verdieping. Overvloedig plastisch decor, voornamelijk putti, rolwerkOrnament in de vorm van in- en uitzwenkende, bandvormige krullen., maskers, guirlandes, Ionische en Corinthische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Middenrisaliet : portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). met flankeerzuilen, putti, maskersleutel
en entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd., vazen en topstuk; beletagevenster met hermen, entablement en gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. met putto; maskersleutel op de hoogste verdieping. Flankerende winkelpuien met zij-ingang en colonnettes. Op de eerste verdieping afgeronde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met geblokte posten en maskersleutel. Zijtravee van de hoogste twee verdiepingen met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in oplopende, deels geblokte omlijstingen met versierde entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Gekomiste kroonlijst met tandlijst en klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. boven cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd.. Drie dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., ingewerkt in een blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt.; in het ontwerp rijkere uitvoering, het risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. bekroond door een belvédère met vorstkamKamvormige, geajoureerde bekroning in steen of metaal op de nok van een dak. en windwijzer. Fraaie houten vleugeldeur.

Achteringang in de Kazernestraat. Portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. van één bouwlaag en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), eveneens van bak- en natuursteen. Getoogde deur en blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., geflankeerd door ordonnerende pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., waarboven kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels., friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…)., centraal driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. doorlopend  in de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., en schijnattiek. Inmiddels verbouwd.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 25207 (1875).