Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31952
lees meer

Beschrijving

NeoclassicistischArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. herenhuis met twee bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., waarvoor bouwaanvraag van 1853.

Oorspronkelijk bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevel, heden nieuwe bakstenen bekleding, op hardstenen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met lekdrempel op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. op beneden-, doorgetrokken lekdrempels en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. leuning op bovenverdieping; rechthoekige inrijpoort in linkertravee Breed, klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel..
Op het binnenplein : stallingen in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl, uit de tweede helft van de 19e eeuw. Bak- en hardsteenbouw gemarkeerd door de achtzijdige hoektoren met leien spits ; twee getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. koetspoorten, rondboogvensters op bovenverdieping en in toren. Centraal dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.; typische windveren.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 68977 (1853).