Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Franz DE VESTELarchitect1923

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31932
lees meer

Beschrijving

Dubbelhuis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl, naar ontwerp van architect F. De Vestel van 1923.

Drie bouwlagen en drie brede traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (pannen). Lijstgevel met similibekleding en hardstenen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Korfboogpoort en -tweelichten onder de puilijst. Oplopende drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., als bowwindow in zijtraveeën, op bovenverdieping. Markerende kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Op het binnenplein : bedrijfsgebouwen van de voormalige zogenaamd Brasserie Vanderborght, brouwerij van gueuze en biermagazijn ; heden voornamelijk in gebruik als pakhuis. Twee vleugels, te dateren uit de tweede helft van de 19e eeuw, met drie bouwlagen en respectievelijk zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in baksteenbouw en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met bepleistering, geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Hoge venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met metalen roedenverdeling, houten luiken op de lagere derde bouwlaag, laadvenster met windkast.

Interieur met troggewelven in metaalstructuur, op begane grond op gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. kolommenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 28069 (1923).