Typologie(ën)
cinema/bioscoop
feestzaal
feestzaal
Ontwerper(s)
Henri VAN MASSENHOVE – architect – 1908
Henri VAN MASSENHOVE – architect – 1927
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Inventaris van de Bioscoopzalen (1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 31216
Beschrijving
Zogenaamd
Palais Minerva. In oorsprong
dans-/feestzaal, met bioscoop in het souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping., opgetrokken in pompeuze
Beaux-Artsstijl, naar ontwerp van architect Henri Van Massenhove van 1908.
Omgevormd tot bioscoop door dezelfde architect in 1927, later zogenaamd Rialto.
Heden winkel/toonzaal.
Monumentaal, overdadig geornamenteerd gevelfont met feestelijk karakter, in overeenstemming met de functie van het gebouw, uitgevoerd in natuursteen voor de boven- en hardsteen voor de benedenbouw. Drie bouwlagen onder mansardedak (kunstleien). Bovenverdiepingen uitgewerkt als portiektravee, gemarkeerd door gecanneleerde kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met stafwerkOrnament, bestaande uit een pijp-, riet- of koordvormige vulling van cannelures tot op een derde van hun hoogte., cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. en vrouwenhoofd in het kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.. Bel-etage afgelijnd door een gevelbreed balkon met zware, gebogen balustrade met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering., op gebeeldhouwde hoek- en ijzeren, in de puibalk geïncorporeerde middenconsoles. DrielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met Ionische zuilen en hoekpijlers, overspannen door een zwaar entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.; fraai bewerkte houten deurvensters met medaillonRonde of ovale cartouche. en kleurrijk glas-in-lood. Derde bouwlaag opgevat als loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. onder een brede korfboog met cartouchesleutel en guirlandeversiering; ijzeren borstwering tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. met vaas, waarachter drie rechthoekige deurvensters. Hoofdgestel met architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., gegroefde consolerij waartussen guirlandes, kroon- en tandlijst. Brede dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met pilastermarkering en rondbogig drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met schelpvulling, onder een gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd., opgenomen in een blinde attiek met leeuwenkoppen op de hoekpostamenten.
In ontwerp bekronende geribde koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. met oeil-de-boeufs en topstuk. Opengewerkte benedenbouw, voorheen met geblokte posten - heden opnieuw bekleed -, sierlijk ijzeren hekken en luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. - heden glaspui -. Bronzen portretmedaillon ter herdenking van de kunstschilder J.Bourgeois, gesigneerd Verhasselt.
Eertijds tweedelige zaal over twee verdiepingen met balkons, met rijk uitgewerkt, polychroom decor in Napoleon III-stijl, het achterste deel bekroond door een koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis.. Heden nog bewaard volume onder ijzeren dakspanten.
Monumentaal, overdadig geornamenteerd gevelfont met feestelijk karakter, in overeenstemming met de functie van het gebouw, uitgevoerd in natuursteen voor de boven- en hardsteen voor de benedenbouw. Drie bouwlagen onder mansardedak (kunstleien). Bovenverdiepingen uitgewerkt als portiektravee, gemarkeerd door gecanneleerde kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met stafwerkOrnament, bestaande uit een pijp-, riet- of koordvormige vulling van cannelures tot op een derde van hun hoogte., cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. en vrouwenhoofd in het kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.. Bel-etage afgelijnd door een gevelbreed balkon met zware, gebogen balustrade met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering., op gebeeldhouwde hoek- en ijzeren, in de puibalk geïncorporeerde middenconsoles. DrielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met Ionische zuilen en hoekpijlers, overspannen door een zwaar entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.; fraai bewerkte houten deurvensters met medaillonRonde of ovale cartouche. en kleurrijk glas-in-lood. Derde bouwlaag opgevat als loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. onder een brede korfboog met cartouchesleutel en guirlandeversiering; ijzeren borstwering tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. met vaas, waarachter drie rechthoekige deurvensters. Hoofdgestel met architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., gegroefde consolerij waartussen guirlandes, kroon- en tandlijst. Brede dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met pilastermarkering en rondbogig drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met schelpvulling, onder een gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd., opgenomen in een blinde attiek met leeuwenkoppen op de hoekpostamenten.
In ontwerp bekronende geribde koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. met oeil-de-boeufs en topstuk. Opengewerkte benedenbouw, voorheen met geblokte posten - heden opnieuw bekleed -, sierlijk ijzeren hekken en luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. - heden glaspui -. Bronzen portretmedaillon ter herdenking van de kunstschilder J.Bourgeois, gesigneerd Verhasselt.
Eertijds tweedelige zaal over twee verdiepingen met balkons, met rijk uitgewerkt, polychroom decor in Napoleon III-stijl, het achterste deel bekroond door een koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis.. Heden nog bewaard volume onder ijzeren dakspanten.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 5407 (1908), 34145 (1927).