Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme
Traditionele architectuur

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30598
lees meer

Beschrijving

Nr 17, 19 Kandelaarsstraat. Op hoek met Samaritanenstraat. AfgeschuindeSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel. neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. hoekhuizen met drie en een halve bouwlaag, en respectievelijk vijf en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder afgesnuit zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., respectievelijk 1864 en 1861.

Gecementeerde (en gedeeltelijke ontpleisterde) gevels met rechthoekige en licht getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. muuropeningen op arduinen dorpelsOnderdorpel van een deur.; eenvoudige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Winkelpui in de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., alleszins voor nr. 19 van bij oorsprong.

Samaritanessestraat 31. Enkelhuis met twee bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. TraditioneleBak- en zandsteenstijlHet bakstenen metselwerk wordt gecombineerd met natuurstenen elementen (bv. voor de plint, rond de gevelopeningen, aan de kroonlijst, ...), terwijl in het interieur houten draagconstructies voorkomen. Deze gebouwen bezitten zadeldaken, vaak met trapgevels. (16e-18e eeuw).VakwerkbouwBij vakwerkbouw brengt men leem aan op een houten geraamte van stijl- en regelwerk, versterkt met vitswerk (tot 19e eeuw). kern opklimmend tot de 17e eeuw, cf. zandstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. met brede afzaatAflopend bovenvlak van een dorpel. en muurankers met gekrulde spie. Tot huidige vorm aangepast vermoedelijk in de eerste helft van de 18e eeuw, cf. getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in vlakke zandstenen omlijsting met geprofileerde dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind., bedaking en deur. Rondboogdeur met hardstenen omlijsting in Lodewijk XIV- stijl: geprofileerd kwarthol beloop met neuten, imposten en sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., en gelede panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. in de zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is., onder geprofileerde en gestrekte waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.; oude houten deur. Ontpleisterd en grondig gerenoveerd in 1989-1990.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 17, 19: 8859 (1864), 8858 (1861).