Typologie(ën)
loods
kantoorgebouw
kantoorgebouw
Ontwerper(s)
Antoine COURTENS – architect – 1941
R. MICHIELS – architect – 1941
Boris-M. BOLOUKHÈRE – ingenieur – 1941
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Modernisme
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Vorst (DPC-DCE - 2014-2020)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016-2019
id
Urban : 29389
Beschrijving
Kantoorgebouw en industriële gebouwen in
modernistische stijl, naar ontwerp van architecten Antoine Courtens en R. Michiels,
ingenieur B.Boloukhere, 1941.
Aannemer Gillion voerde verscheidene grote bouwwerken in Vorst uit, onder meer het gemeentehuis en het Joseph Marienstadion.
Twee administratieve gebouwen worden verbonden door een metalen portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. (bewaard) die toegang geeft tot een binnenplaats waarrond de hangars binnen het bouwblok liggen.
Opstanden van twee bouwlagen bekleed met similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. hardsteen; hardstenen sokkels en platte daken. Links, twaalf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gescandeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; rechts, registers van brede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Toegang op de zijgevel, onder een diepe luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. en achter een bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap.; rechts, hogere uitbouw met het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. onder glazen dak, met over de hele hoogte verticale muuropeningen. Metalen traliewerk met ruitpatroon beschermt de deur, twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en de ramen van de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Raamwerk vervangen, oorspronkelijk ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw..
Interieur. Het linkergebouw bevat de receptie, grote landschapskantoren, de directiekantoren, een kantoor, oorspronkelijk onder glazen dak, bestemd voor de tekenaars; ter hoogte van de eerste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), garages en hangars. Het rechtergebouw bevat een conciërgewoning, een refter en diverse hangars binnen het bouwblok.
Aannemer Gillion voerde verscheidene grote bouwwerken in Vorst uit, onder meer het gemeentehuis en het Joseph Marienstadion.
Twee administratieve gebouwen worden verbonden door een metalen portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. (bewaard) die toegang geeft tot een binnenplaats waarrond de hangars binnen het bouwblok liggen.
Opstanden van twee bouwlagen bekleed met similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. hardsteen; hardstenen sokkels en platte daken. Links, twaalf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gescandeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; rechts, registers van brede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Toegang op de zijgevel, onder een diepe luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. en achter een bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap.; rechts, hogere uitbouw met het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. onder glazen dak, met over de hele hoogte verticale muuropeningen. Metalen traliewerk met ruitpatroon beschermt de deur, twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en de ramen van de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Raamwerk vervangen, oorspronkelijk ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw..
Interieur. Het linkergebouw bevat de receptie, grote landschapskantoren, de directiekantoren, een kantoor, oorspronkelijk onder glazen dak, bestemd voor de tekenaars; ter hoogte van de eerste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), garages en hangars. Het rechtergebouw bevat een conciërgewoning, een refter en diverse hangars binnen het bouwblok.
Bronnen
Archieven
GAV/DS 14139 (1941), 14188 (1941), 17160 (1957).