Typologie(ën)

villa

Ontwerper(s)

Stijlen

Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Vorst (DPC-DCE - 2014-2020)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016-2019

id

Urban : 29108
lees meer

Beschrijving

Villa in neo-Vlaamse renaissancestijl, gebouwd door de familie Momm om er een school voor onderwijzeressen en gouvernantes in onder te brengen, 1893.
Hoofdvolume van drie bouwlagen, in bruinkleurige baksteen met hardstenen elementen, op een hoge hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Steekboogopeningen, op de verdiepingen met boogrugBuitenwelfvlak; buitenste kromming van een boog; wanneer deze boog getrapt is, spreekt men van een hanenkam. versierd met een afwisseling van bruin en witgetinte baksteen en hardstenen elementen. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder lessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak.. Schrijnwerk en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). vervangen.

Aan de laan, gevel van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); balkons met metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de zijtraveeën ter hoogte van de eerste verdieping, doorlopend  op de tweede.

Zijgevels onder trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en met een boogvormige muuropening; op de verdiepingen, per drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; lelievormige ankers.
Op de benedenverdieping van de linkerzijgevel, trapezoïdale houten loggia (vervangen).
Op de rechterzijgevel, eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met de ingang die toegankelijk is vanaf een bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap.; rechts, trapezoïdaal bijgebouw met dakterras over de hele breedte van de benedenverdieping, toegevoegd in 1903.
Tegen de achtergevel, dubbel S-vormig bijgebouw van twee bouwlagen in identieke materialen. MansardedakenGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. verlicht met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Aan de straatkant, gevel van het bijgebouw verspringend ingeplant ten opzichte van de eerste gevel, op de verdieping achter een terras dat via een metalen trap bereikbaar is en in 1950 werd toegevoegd.

Bronnen

Archieves

GAV/DS 3050 (1902), 3383 (1903), 15531 (1950), 22869 (2002).


Publicaties en studies
DUBREUCQ, J., Forest en cartes postales anciennes. Vorst in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1981, afb. 116 (1901).