Typologie(ën)
opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
O. BRISON – architect – 1912
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Vorst (DPC-DCE - 2014-2020)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016-2019
id
Urban : 29075
Beschrijving
Opbrengstwoning met handelszaak op de
benedenverdieping, in eclectische stijl en n.o.v. architect O. Brison, 1912.
Opstand van vier bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen onder mansarde. Gevel in lichtgekleurde baksteen met elementen in hout en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Hardstenen plint. Benedenverdieping met centrale winkelpui en twee laterale deuren tussen gegroefde kolommen. Trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de eerste en tweede verdieping, bekroond door terras met gietijzeren borstweringen. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de verdiepingen met stenen balusterborstwering. Centraal dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. geflankeerd door oculusvensters. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... deels behouden.
Opstand van vier bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen onder mansarde. Gevel in lichtgekleurde baksteen met elementen in hout en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Hardstenen plint. Benedenverdieping met centrale winkelpui en twee laterale deuren tussen gegroefde kolommen. Trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de eerste en tweede verdieping, bekroond door terras met gietijzeren borstweringen. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de verdiepingen met stenen balusterborstwering. Centraal dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. geflankeerd door oculusvensters. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... deels behouden.
Bronnen
Archieven
GAV/DS 5866 (1912).