Typologie(ën)
appartementsgebouw
Ontwerper(s)
Armand DE SAULNIER – architect – 1935
Fernand MAYNÉ – aannemer
Stijlen
Art deco
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2014-2016
id
Urban : 29013
Beschrijving
Uniform
geheel van drie appartementsgebouwen in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. gebouwd i.o.v. Alexandre Bertrand consorts, n.o.v.
architect Armand de Saulnier en gebouwd door aannemer Fernand Mayné, 1935 (zie
ook opschrift links en rechts van centrale deur).
Verder in de straat op nr. 82, 84-86 (1935) en nr. 88-90 (1938) werd het gelijkaardig appartementsgebouw gebouwd i.o.v. zelfde opdrachtgever en n.o.v. zelfde architect (zie deze nrs.).
Gemeenschappelijke gevel volgens repeterend schema van zes bouwlagen, waarvan hoogste terugwijkend. Bakstenen gevel met horizontaal bepleisterde zones en hardstenen plint. Rechthoekige muuropeningen. Vier middelste bouwlagen identiek; ze steken licht vooruit op zware consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., en bestaan uit een alternering van kleine terrassen met buisreling en erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met driedelig schrijnwerk. Hoogste bouwlaag met doorlopend terras en dito buisreling. Geïntegreerde bloembakken voorzien in balkons van verdiepingen en langs volledige breedte van hoogste bouwlaag. Centrale portieken1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert., op nr. 60 oorspronkelijke betegeling met kleurrijk patroon en met vleugeldeur, in derde en zevende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) twee portieken. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... grotendeels vervangen.
Oorspronkelijke trapvormig attiekbekroning met opschrift Anno 1935 Palais de l’Altitude 100 boven de drie centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) verwijderd in 1980.
Interieur: Plan voorziet op benedenverdieping vier winkels en vier woningen. De twee inrijpoorten en centrale deur geven telkens toegang tot een hal met bordestrap en lift die twee appartementen per verdieping bediend.
Verder in de straat op nr. 82, 84-86 (1935) en nr. 88-90 (1938) werd het gelijkaardig appartementsgebouw gebouwd i.o.v. zelfde opdrachtgever en n.o.v. zelfde architect (zie deze nrs.).
Gemeenschappelijke gevel volgens repeterend schema van zes bouwlagen, waarvan hoogste terugwijkend. Bakstenen gevel met horizontaal bepleisterde zones en hardstenen plint. Rechthoekige muuropeningen. Vier middelste bouwlagen identiek; ze steken licht vooruit op zware consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., en bestaan uit een alternering van kleine terrassen met buisreling en erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met driedelig schrijnwerk. Hoogste bouwlaag met doorlopend terras en dito buisreling. Geïntegreerde bloembakken voorzien in balkons van verdiepingen en langs volledige breedte van hoogste bouwlaag. Centrale portieken1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert., op nr. 60 oorspronkelijke betegeling met kleurrijk patroon en met vleugeldeur, in derde en zevende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) twee portieken. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... grotendeels vervangen.
Oorspronkelijke trapvormig attiekbekroning met opschrift Anno 1935 Palais de l’Altitude 100 boven de drie centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) verwijderd in 1980.
Interieur: Plan voorziet op benedenverdieping vier winkels en vier woningen. De twee inrijpoorten en centrale deur geven telkens toegang tot een hal met bordestrap en lift die twee appartementen per verdieping bediend.
Bronnen
Archieven
GAV/DS 12847 (1935), 13618 (1938), 20396 (1980).