Typologie(ën)
bedevaartsoord
Ontwerper(s)
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Kerkkappen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1830-1940 (Urban - 2019)
- Het monumentale erfgoed van België. Jette - historische kern (DPC-DCE - 2020-2023)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Volkskundig Moeilijk te onderscheiden waarde ten opzichte van de sociale waarde en over het algemeen onvoldoende om selectie (mbt onroerend erfgoed) op zichzelf te rechtvaardigen. Het is wenselijk deze erfgoedwaarde te koppelen aan een immateriële gezien het vaak een plaats van herinnering van een gemeenschap, of van een sociale groep betreft. Het kan ook de materiële uiting zijn van een plek met volkssymboliek, of een plek waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
- Wetenschappelijk Over het algemeen gebruikt om natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden te waarderen in hun botanische kwaliteiten. Binnen de context van een onroerend goed kan het de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek.
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Onze-Lieve-Vrouw
van Lourdeskapel in eclectische stijl in opdracht van abt Michel Swalus en
architect Chrétien Veraart, 1913. Aan linkerzijde van de kapel bedevaartsoord
met replica van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdesgrot ontworpen door Moens en
aannemer Grégoire, 1915 en tuin met 14 kruiswegstaties, 15 rozenkranskapellen en een
calvariekruis, ontworpen door het rotseerbedrijf Arthur Tondeleir en zoon, 1930.
Geschiedenis
De forse
bevolkingsstijging van de Essegem- en Pannenhuiswijken leidde tot de nood aan
een nieuwe parochie met kerk. Op vraag van kardinaal Mercier werd Abt Michel
Swalus verantwoordelijk gesteld voor de creatie van deze nieuwe parochie die in
12.10.1913 officieel werd opgericht ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes. Hetzelfde jaar werd een tijdelijke kerk gebouwd naar
ontwerp van architect Chrétien Veraart en door de aannemer C. De Coster. Tot
1924 was de parochie afhankelijk van Onze-Lieve-Vrouw van Laken, daarna is ze zelfstandig
geworden.
Na amper 20 jaar werd de tijdelijke kerk reeds te klein bevonden en werden
plannen gemaakt voor een nieuwe, grotere kerk. Kort na de Tweede Wereldoorlog,
op 09.05.1948 werd de eerste steen gelegd van dit nieuwe cultusgebouw dat zich
langs de Charles Woestelaan bevond (zie Onze-Lieve-Vrouw van Lourdeslaan 30b)
en op 09.05.1954 werd het gebouw ingewijd door kardinaal Suenens. De tijdelijke
kerk werd omgevormd tot kapel van de Lourdesbedevaart.
Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog trok de Mariadevotie een groot aantal
mensen aan die bescherming vroegen voor hun soldaten. Abt Swalus besliste
hierop om een kunstmatige grot te laten oprichten op een braakliggend terrein
aan de linkerzijde van de tijdelijke kerk. Op 15.08.1915 of de feestdag van
Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart werd de bedevaartsoord ingehuldigd door kardinaal
Mercier. De grot is een quasi replica van de grot van Massabielle bij Lourdes
en werd ontworpen door Moens. Het beeld van de Heilige Maagd is zoals in
Massabielle in een rotsspleet geplaatst en onder dit beeld bevindt zich een
authentieke steen van Massabielle. Aan de voet van de grot bevindt zich een
beeld van de knielende Heilige Bernadette aan wie de Maagd Maria verscheen in
1858. Het marmeren altaar in de grot bevat het wapenschild van België en de
initialen van koning Albert I en koningin Elisabeth die het cultusobject
schonken.
In 1930 breidde het bedevaartsoord verder uit met een tuin waarin een kruisweg
werd aangelegd op een cirkelvormige wandeling met 15 rozenkranskapellen en verschillende
beelden. De wandeling leidt via een kunstmatig aangelegde berg naar het calvariekruis
dat zich bovenop de Lourdesgrot bevindt. Het rotseerbedrijf Arthur Tondeleir en
zoon, die gespecialiseerd was in tuinkunstornamentiek en religieuze werken in cementrustiek
en rocaille1. Schelp- of rotsachtig, asymetrisch ornament, waaraan rococo haar naam dankt. - 2. Tuinfolies of rotsachtige tuinconstructies., ontwierp dit geheel. Het bedrijf was vooral bekend voor de
befaamde bidstaties in het Mariapark van Averbode.
Onze-Lieve-Vrouw van Lourdeskapel
Bakstenen cultusgebouw met elementen in witte baksteen, natuursteen en breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen.. Zadeldak met vierkante toren boven het ingangsportaal.
Rechthoekig grondplan met klein ingangsportaal, schip en rechthoekig koor geflankeerd door een sacristie en magazijn.
Gevels
Zijgevels met zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en lager gelegen koor met twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Stompe spitsboogvormige muuropeningen geritmeerd door steunberen. Voorgevel met voorportaal onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. geflankeerd door driedelige rondboogvormige lichtspleten en oculusvenster. Vierkante klokkentoren met galmgaten eindigend in tentdak en ijzeren kruis.
Interieur
Eenbeukige opstand met getoogde gewelven op pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…). Interieur thans volledig witgeschilderd, oorspronkelijk deels in zichtbaar baksteen. Orgeltribune op drieledige boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden.. Glas-in-loodramen van ca. 1930 uitgevoerd door meester-glazenier Fernand Crickx.
Onze-Lieve-Vrouw van Lourdesgrot met omheiningsmuur
Het bedevaartsoord is langs de straatzijde afgesloten door een bakstenen muurtje met hardstenen plint en ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen ornamentale hardstenen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. De kunstmatige grot bevindt zich naast de kerk aan de achterzijde van het perceel en is een 1:4 quasi replica van de grot in Massabielle. Ze werd vervaardigd in gewapend beton en cementrustiek. Het witmarmeren altaar in neoromaanse stijl, het standbeeld van Maria in een sleuf van de grot en het standbeeld van de knielende Bernadette, dateren van de oorspronkelijke periode. Talrijke devotiestenen en -prenten sieren de binnenmuren van de grot.
De veertien kruiswegstaties, vijftien rozenkranskapellen en calvarieweg met -kruis zijn als geheel ontworpen en vormen een groene oase. De kruiswegstaties in cementrustiek met zadeldakconstructie bevinden zich op een cirkelvormig pad met centrale waterpartij en standbeeld van de Heilige Familie (Maria, Jozef en kind Jezus). Van hieruit leiden verschillende trappen met trapleuningen in imitatiehout naar de beelden van de Heilige Margareta-Marie en van Jezus Christus met Heilig-Hart en ten slotte, bovenop de Lourdesgrot, het Calvariekruis van zes meter met bronzen Christusbeeld naar ontwerp van beeldhouwer Marcel Rau.
Het domein van de Onze-Lieve-Vrouw van Lourdesgrot omvat een groot aantal struiken en bomen waarvan verschillende opgenomen zijn in de inventaris van het natuurlijk erfgoed.
Bronnen
Archieven
GAJ/DS: 2299 (1913), 3198 (1913).
Publicaties en studies
COEKELBERGHS, D. en W. JANSSENS, Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Brabant. Katon Jette, KIK-IRPA, 1977: pp. 14, 17.
GERAERTS G., De rocailleursfirma Tondeleir uit Oude God,PorteFolly. Nieuwsbrief van de Donderberggroep,nr. 45, 2017, p. 18-26.
MEULENKAMP W. & DE NIJS P.,Buiten de kerk: processieparken, lourdesgrotten en calvariebergen in Nederland en België, Cultuurcuriosa 3, S.l., 1998.