Typologie(ën)

parochiezaal
opslagplaats/loods

Ontwerper(s)

J. TEUGHELSarchitect1923

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Sociaal
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2013-2014

id

Urban : 22598
lees meer

Beschrijving

Rechts van de Sint-Elisabethkerk, voormalige opslagplaats van textielhandel De Witte Lietaer, in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., ontworpen in 1923 door architect J. Teughels en later verbouwd tot parochiale kring, de Sint-Elisabethkring, en uitgebreid in dezelfde stijl in 1932 n.o.v. architect Léon Denis. Gesigneerd op de sokkel “J. TEUGHELS / ARCHITECTE”.

Gebouw aan de straatkant van twee bouwlagen onder mansardes en een plat dak. Achteraan is een magazijn van één bouwlaag aangebouwd dat wordt afgeboord door een mezzanine, onder een dubbel sheddak met metalen gebinte.

Bakstenen straatgevel met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en witsteen. Zeven ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de laatste twee toegevoegd in 1932. De eerste en de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) uit 1923 worden geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Boven de muuropeningen van de benedenverdieping, spiegels met het opschrift “CERCLE / STE ELISABETH / KRING / 1932”. Dit opschrift vervangt het oorspronkelijke: “TISSAGE / DEWITTE – LIETAER A LAUWE / DEPOT”. De tweede en de voorlaatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zijn voorzien van een toegangsdeur, de derde en de vierde van een inrijpoort met schamppalen, de eerste omgebouwd tot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). gewijzigd. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder gewelfde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Deuren uit 1923 geflankeerd door panelen versierd met een hangende tros bladeren. Getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Getraliede eerste toegangsdeur en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van de dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. bewaard.

Interieur. Oorspronkelijk, bureaus links en portiersloge rechts. De centrale inrijpoorten leiden naar een magazijn achteraan dat links wordt geflankeerd door een volume van twee bouwlagen voorbehouden voor de stalencollectie. In 1932 werden links een conciërgewoning en rechts een nieuwe toegangshal met trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. gebouwd. Achteraan, magazijn verbouwd tot “vergaderzaal” met toneelscène, aan de achterzijde aangevuld met een nieuwe vleugel met de artiestenloge. De vleugel links van de grote zaal werd tot cafézaal omgevormd en uitgebreid met een bijgebouw met afgeschuinde vlakken.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 63-13-15-17.