Gemeenteschool nr. 14
Capronnierstraat 1
François-Joseph Navezstraat 159
Portaelsstraat 134
Typologie(ën)
school
Ontwerper(s)
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme met pittoresk karakter
Inventaris(sen)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2013-2014
id
Urban : 22597
Beschrijving
Gemeentelijk schoolcomplex dat de zuidelijke helft van het huizenblok tussen de François-Joseph Navezstraat, de Portaelsstraat en de Capronnierstraat inneemt. Gebouwen in eclectische stijl met pittoreske inslag, gelegen rond verscheidene binnenplaatsen, met hoofdingang in de Capronnierstraat.
Geschiedenis
Na de oprichting van de grote scholengroepen van de Josaphatstraat en de Linthoutwijk in de jaren 1900, wou de gemeente op heel haar grondgebied een aantal kleine scholen vestigen om het onderwijs voor iedereen toegankelijk te maken. Voor de wijk Monplaisir, die zich rond de Huart Hamoirlaan ontwikkelde, werd in 1913 de oprichting van een scholengroep in het huizenblok Navez-Portaels-Capronnier gepland, bestaande uit een lagere school voor meisjes, een lagere school voor jongens en een gemengde kleuterschool. In afwachting van de definitieve gebouwen werden op de site verwijderbare dubbelwandige houten paviljoenen geplaatst. In 1916 keurde de gemeenteraad een krediet goed voor de bouw van zes paviljoenen; in datzelfde jaar werden daaraan een kleuterklas en een dienstpaviljoen bestemd voor de conciërge toegevoegd. De school werd geopend op 18.09.1916, in volle oorlog.
Vanaf juni 1926 werden de bouwvallige gebouwen in half-duurzame materialen heropgebouwd, met vakwerk van bakstenen en hout. In de jaren 1930 werden ze aangevuld met vleugels in dezelfde stijl: twee klassen in 1935 (A), een leslokaal en een wasplaats in 1938 (B). De school omvatte toen een openluchtklas met pergola en een zandplein (C), evenals een binnentuin (D) en een binnenplaats versierd met bomen en een groot perk (E). In 1939 werd de ingang in modernistische stijl herbouwd (F). In 1942 werd een plan voor de volledige renovatie van de school ontworpen, maar dat bleef zonder gevolg. De tijdens de oorlog beschadigde gebouwen in de Navezstraat (G) werden in 1949 gerestaureerd. De school, die zonder funderingen op een onstabiel terrein is gebouwd, zal worden gesloopt om plaats te maken voor sociale woningen.
Beschrijving
Alle gebouwen liggen aan de straatkant, met afgesneden hoeken aan de twee uiteinden van de Capronnierstraat. Een toegangsvolume onder plat dak (F) leidt naar de hoofdbinnenplaats, waarrond twee L-vormige vleugels liggen (H), met daarin de klassen aan weerszijden van vestiaires, alsook het bureau van de directrice en de portiersloge. Op deze binnenplaats geeft ook een oude overdekte speelplaats (I) uit, onder een gebinte met metalen spantbalken, die tot turnzaal is omgebouwd. Hier bevond zich oorspronkelijk een toneelscène, die thans als klas is ingericht.
Gevels van één bouwlaag onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde., met ingesnoerde dakgoot. Bakstenen gevels. Rechthoekige muuropeningen. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdeling bewaard, met een aantal schuiframen.
De gevels van de gebouwen uit 1926 en 1935 hebben houten vakwerk en geometrische decors van gele bakstenen. De muren bestaan uit een bakstenen muurvlak en een lege ruimte met daarop de lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …. Aan de binnenplaats, deuren en sommige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder houten luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak., die van de deuren met overdwarse consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met art-nouveau-inslag.
Lichtjes uitspringende toegang met uitkragingen voorzien van venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Deur met hardstenen omlijsting met het opschrift “ECOLE / SCHOOL NO/R 14”.
Interieur. Vloeren met beige-okerkleurige en zwarte of grijze en rode keramiektegels. Lage lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in de klassen en vestiaires.
Geschiedenis
Na de oprichting van de grote scholengroepen van de Josaphatstraat en de Linthoutwijk in de jaren 1900, wou de gemeente op heel haar grondgebied een aantal kleine scholen vestigen om het onderwijs voor iedereen toegankelijk te maken. Voor de wijk Monplaisir, die zich rond de Huart Hamoirlaan ontwikkelde, werd in 1913 de oprichting van een scholengroep in het huizenblok Navez-Portaels-Capronnier gepland, bestaande uit een lagere school voor meisjes, een lagere school voor jongens en een gemengde kleuterschool. In afwachting van de definitieve gebouwen werden op de site verwijderbare dubbelwandige houten paviljoenen geplaatst. In 1916 keurde de gemeenteraad een krediet goed voor de bouw van zes paviljoenen; in datzelfde jaar werden daaraan een kleuterklas en een dienstpaviljoen bestemd voor de conciërge toegevoegd. De school werd geopend op 18.09.1916, in volle oorlog.
Vanaf juni 1926 werden de bouwvallige gebouwen in half-duurzame materialen heropgebouwd, met vakwerk van bakstenen en hout. In de jaren 1930 werden ze aangevuld met vleugels in dezelfde stijl: twee klassen in 1935 (A), een leslokaal en een wasplaats in 1938 (B). De school omvatte toen een openluchtklas met pergola en een zandplein (C), evenals een binnentuin (D) en een binnenplaats versierd met bomen en een groot perk (E). In 1939 werd de ingang in modernistische stijl herbouwd (F). In 1942 werd een plan voor de volledige renovatie van de school ontworpen, maar dat bleef zonder gevolg. De tijdens de oorlog beschadigde gebouwen in de Navezstraat (G) werden in 1949 gerestaureerd. De school, die zonder funderingen op een onstabiel terrein is gebouwd, zal worden gesloopt om plaats te maken voor sociale woningen.
Beschrijving
Alle gebouwen liggen aan de straatkant, met afgesneden hoeken aan de twee uiteinden van de Capronnierstraat. Een toegangsvolume onder plat dak (F) leidt naar de hoofdbinnenplaats, waarrond twee L-vormige vleugels liggen (H), met daarin de klassen aan weerszijden van vestiaires, alsook het bureau van de directrice en de portiersloge. Op deze binnenplaats geeft ook een oude overdekte speelplaats (I) uit, onder een gebinte met metalen spantbalken, die tot turnzaal is omgebouwd. Hier bevond zich oorspronkelijk een toneelscène, die thans als klas is ingericht.
Gevels van één bouwlaag onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde., met ingesnoerde dakgoot. Bakstenen gevels. Rechthoekige muuropeningen. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdeling bewaard, met een aantal schuiframen.
De gevels van de gebouwen uit 1926 en 1935 hebben houten vakwerk en geometrische decors van gele bakstenen. De muren bestaan uit een bakstenen muurvlak en een lege ruimte met daarop de lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …. Aan de binnenplaats, deuren en sommige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder houten luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak., die van de deuren met overdwarse consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met art-nouveau-inslag.
Lichtjes uitspringende toegang met uitkragingen voorzien van venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Deur met hardstenen omlijsting met het opschrift “ECOLE / SCHOOL NO/R 14”.
Interieur. Vloeren met beige-okerkleurige en zwarte of grijze en rode keramiektegels. Lage lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in de klassen en vestiaires.
Bronnen
Archieven
GAS/OW 34.
GAS/OW Farde 9-School nr. 14.
Archief van de Gemeenteschool nr. 14.
Tijdschriften
SIMONETTI, P., “‘Il faut que l'école aille à l'enfant'. Une histoire de l'école rue Capronnier”, Scarenbeka, 19, september 1998, pp. 13-21.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid