Typologie(ën)
woning met kunstenaarsatelier
Ontwerper(s)
Privat LIVEMONT – sgraffitoschilder – 1906
Stijlen
Art nouveau
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2012-2013
id
Urban : 21695
Beschrijving
Voormalig atelierwoning in art-nouveaustijl van de impressionistische schilder Alfred Ruytinx (Schaarbeek, 1871 – Schaarbeek, 1908), 1905.
Maakt deel uit van bijzonder homogene huizenrij in eclectische stijl, van nr. 1 tot nr. 23.
Opstand met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. van twee bouwlagen, in baksteen, thans beschilderd, met hardstenen elementen. Twee drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., dat op de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met rechts een deur naar het atelier achteraan, dat op de benedenverdieping met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltjes. Toegangsdeur met dwarsregelEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op. en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met glas-in-loodraam met voorstelling van boten en Hollandse windmolens, onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel., in een grote steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster., opmerkelijk sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). uit 1906 gesigneerd Privat Livemont (“P. L.”), oom en leermeester van de opdrachtgever. Ondanks een restauratie in 1991 is het opnieuw deels afgetakeld. Het sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). stelt een allegorie van de Schilderkunst voor: een vrouw die kastanjebomen schildert, in het gezelschap van een kind. Gekoofde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met dubbele hoekconsoles. Traliewerk van de deuren en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen…. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard; gekleurd glas in de deuren en de impostvenstersVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met roedeverdeling van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..
Een lange gang leidt naar een atelier achteraan, onder een dakterras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters., verlicht door een daklicht als asymmetrisch zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Binnen, plafond met balken op figuratieve consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., schoorsteen in neogotische renaissancestijl met bas-reliëf van zeenimfen, deuren onder houten entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.; achteraan, trap naar het terras.
Na de dood van Ruytinx woonden nog verscheidene andere kunstenaars in het gebouw, waaronder Oswald Poreau (1877 – 1955) en Yvonne Vonnot-Viollet (1883 – 1936).
Inschrijving op de bewaarlijst 18.12.1997.
Maakt deel uit van bijzonder homogene huizenrij in eclectische stijl, van nr. 1 tot nr. 23.
Opstand met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. van twee bouwlagen, in baksteen, thans beschilderd, met hardstenen elementen. Twee drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., dat op de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met rechts een deur naar het atelier achteraan, dat op de benedenverdieping met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltjes. Toegangsdeur met dwarsregelEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op. en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met glas-in-loodraam met voorstelling van boten en Hollandse windmolens, onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel., in een grote steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster., opmerkelijk sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). uit 1906 gesigneerd Privat Livemont (“P. L.”), oom en leermeester van de opdrachtgever. Ondanks een restauratie in 1991 is het opnieuw deels afgetakeld. Het sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). stelt een allegorie van de Schilderkunst voor: een vrouw die kastanjebomen schildert, in het gezelschap van een kind. Gekoofde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met dubbele hoekconsoles. Traliewerk van de deuren en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen…. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard; gekleurd glas in de deuren en de impostvenstersVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met roedeverdeling van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..
Een lange gang leidt naar een atelier achteraan, onder een dakterras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters., verlicht door een daklicht als asymmetrisch zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Binnen, plafond met balken op figuratieve consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., schoorsteen in neogotische renaissancestijl met bas-reliëf van zeenimfen, deuren onder houten entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.; achteraan, trap naar het terras.
Na de dood van Ruytinx woonden nog verscheidene andere kunstenaars in het gebouw, waaronder Oswald Poreau (1877 – 1955) en Yvonne Vonnot-Viollet (1883 – 1936).
Inschrijving op de bewaarlijst 18.12.1997.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 282-17.
Publicaties en studies
HOSTYN, N., “RUYTINCKX Alfred”, in: Le dictionnaire des peintres belges du XIVe siècle à nos jours, La Renaissance du Livre, Brussel, 1995, p. 869.
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST, Monuments et sites protégés, Mardaga, Sprimont, 1999, p. 125.
SCHOONBROODT, B., Privat Livemont. Entre tradition et modernité au cœur de l'Art nouveau, Éditions Racine, Brussel, 2007, pp. 163-164.
VAN SANTVOORT, L., Het 19de-eeuwse kunstenaarsatelier in Brussel (doctoraatsscriptie, vakgroep Kunstgeschiedenis en Archeologie), VUB, Brussel, 1995-1996, 1905/5.