Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Ernest DELUNEarchitect1895

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2011-2013

id

Urban : 21263
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee oorspronkelijk bijna identieke burgerhuizen in eclectische stijl n.o.v. architect Ernest Delune en voor eigen rekening, 1895.

Maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij in eclectische stijl, de meeste n.o.v. architect Ernest Delune uit 1895, van nr. 19 tot nr. 33.

Op nr. 21, gevel met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., bekleed met geëmailleerde lichtgekleurde baksteen en met hardstenen elementen, onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met drie dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Centraal balkon met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. VensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met hardstenen omkadering en onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. in eerste bouwlaag. IJzeren deur. Dak op latere datum gewijzigd. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen.

Op nr. 23, gevel in 1912 gewijzigd in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. n.o.v. Ernest Delune, gesigneerd boven de deur “Ernest DELUNE / Architecte”. Witstenen gevel met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met drie œils-de-bœuf. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met trapezoïdale uitbouw over twee bouwlagen bekroond door terras met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met gewelfd dak op zuiltjes. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  deels bewaard.

Huizen achter een tuintje afgesloten door een deels bewaard ijzeren hek.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 144-21-23.