Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Albert ROOSENBOOMarchitect1908

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20905
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., gesigneerd en gedateerd op de sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. “A(lbert). Roosenboom. / Architecte. 1908.”.

Gevel in oranjegele baksteen met witstenen elementen. Twee bouwlagen en vier gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gescheiden door gestapelde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., die op de benedenverdieping met Ionisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.. Op verdieping, laterale glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met daarvoor een gewelfd balkon met smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Deur met kooflijst en spiegelboogBoog in de vorm van een driepas waarvan de middelste lob is vervangen door een rechte latei op twee korte verticale stukken; in ruime zin slaat de term ook op een boog met een in- en uitzwenkende lijnvoering.. SleutelsSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en druiper van de balkons met rocailledecor. DakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster. en gewelfde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Traliewerk van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. geplaatst na 1923. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. en gebombeerdeGebold; welvend oppervlak dat een gelijkmatige boogwerking vertoont. ruiten bewaard, behalve dat van de dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is..

Bronnen

Archieven
GAS/DS 194-105.