Typologie(ën)
appartementsgebouw
historische lift
historische lift
Ontwerper(s)
Stanislas JASINSKI – architect – 1938-1940
Jean-Florian COLLIN – architect – 1938-1940
Stijlen
Modernisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
- Inventaris van de historische liften (Homegrade - DPC)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2009-2011
id
Urban : 19574
Beschrijving
Op hoek met Bellevuestraat, opmerkelijk appartementsgebouw in modernistische stijl n.o.v. architecten Stanislas Jasinski en Jean-Florian Collin, 1935 en gebouwd door maatschappij Etrimo in 1938-1940.
In dezelfde periode ontwierpen J.-F. Collin en S. Jasinski het appartementsgebouw op nr. 49 (zie dit nummer).
Geschiedenis
Le Tonneau sluit aan bij de groeiende belangstelling voor appartementsgebouwen die de hoge burgerij na de Eerste Wereldoorlog ontwikkelde. Het gebouw sluit ook aan bij de principes van het congres van de CIAM dat in 1930 in Brussel plaats vond. De belangrijkste conclusie hiervan met betrekking tot de woonproblematiek was de keuze voor hoge appartementsgebouwen. Het gebouw heeft dus een belangrijke plaats in de geschiedenis van de Brusselse architectuur.
Beschrijving
Op hellend, halfrond terrein in vorm van afgeknotte ellips. Elf bouwlagen aan kant van vijvers en tien aan kant van Bellevuestraat. Hoogste lichtjes inspringende verdieping met terras met metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Sobere gevel in hardsteen en rozekleurig cementbepleistering.
Op hoek van General de Gaullelaan en Bellevuestraat, toegangsdeur bereikbaar via enkele treden en onder halfcirkelvormig stenen portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). op zuilen. Boven portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). over hele hoogte van gebouw vijf verticale vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. met ijzeren roedeverdeling; deze banden (typisch voor architectuur van J.-F. Collin) wisselen af met schoormuren bekroond met koperen elementen.
Aan weerszijden van deze toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. langwerpige vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. met telkens vierledig schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... , waarvan twee beweegbaar, en van elkaar gescheiden door wit geschilderde muurdammen.
Bewaard stalen schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... ; vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. en kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). (dak en balkon van hoogste verdieping) in koper. Thans wit geschilderde elementen van schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vroeger donker gekleurd, wat horizontaliteit van beglaasde muuropeningen nog versterkte.
Aan kant van laan en Bellevuestraat, hellingen naar respectievelijk vier en drie garages in onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.; houten poorten bewaard.
Gebouw omgeven door voortuin die bijdraagt aan het groene en pittoreske karakter van de wijk van de vijvers; gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. tuinhek op hardstenen sokkel.
Interieur
Ronde toegangshal met natuurstenen plavuizen. In haar verlengde trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met dezelfde vloer. Twee liften in gesloten schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn. . Trap in natuursteen wentelend tussen bordessen1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap.. In gemeenschappelijke delen talrijke bewaarde elementen: lampen, schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... , ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw., brievenbussen in chroom en koper.
Volgens plannen op elke verdieping twee appartementen: appartement met twee slaapkamers aan kant van vijvers en een met drie slaapkamers aan kant van Bellevuestraat. Erg luxueuze appartementen voor gegoede burgers.
In dezelfde periode ontwierpen J.-F. Collin en S. Jasinski het appartementsgebouw op nr. 49 (zie dit nummer).
Geschiedenis
Le Tonneau sluit aan bij de groeiende belangstelling voor appartementsgebouwen die de hoge burgerij na de Eerste Wereldoorlog ontwikkelde. Het gebouw sluit ook aan bij de principes van het congres van de CIAM dat in 1930 in Brussel plaats vond. De belangrijkste conclusie hiervan met betrekking tot de woonproblematiek was de keuze voor hoge appartementsgebouwen. Het gebouw heeft dus een belangrijke plaats in de geschiedenis van de Brusselse architectuur.
Beschrijving
Op hellend, halfrond terrein in vorm van afgeknotte ellips. Elf bouwlagen aan kant van vijvers en tien aan kant van Bellevuestraat. Hoogste lichtjes inspringende verdieping met terras met metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Sobere gevel in hardsteen en rozekleurig cementbepleistering.
Op hoek van General de Gaullelaan en Bellevuestraat, toegangsdeur bereikbaar via enkele treden en onder halfcirkelvormig stenen portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). op zuilen. Boven portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). over hele hoogte van gebouw vijf verticale vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. met ijzeren roedeverdeling; deze banden (typisch voor architectuur van J.-F. Collin) wisselen af met schoormuren bekroond met koperen elementen.
Aan weerszijden van deze toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. langwerpige vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. met telkens vierledig schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... , waarvan twee beweegbaar, en van elkaar gescheiden door wit geschilderde muurdammen.
Bewaard stalen schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... ; vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. en kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). (dak en balkon van hoogste verdieping) in koper. Thans wit geschilderde elementen van schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vroeger donker gekleurd, wat horizontaliteit van beglaasde muuropeningen nog versterkte.
Aan kant van laan en Bellevuestraat, hellingen naar respectievelijk vier en drie garages in onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.; houten poorten bewaard.
Gebouw omgeven door voortuin die bijdraagt aan het groene en pittoreske karakter van de wijk van de vijvers; gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. tuinhek op hardstenen sokkel.
Interieur
Ronde toegangshal met natuurstenen plavuizen. In haar verlengde trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met dezelfde vloer. Twee liften in gesloten schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn. . Trap in natuursteen wentelend tussen bordessen1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap.. In gemeenschappelijke delen talrijke bewaarde elementen: lampen, schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... , ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw., brievenbussen in chroom en koper.
Volgens plannen op elke verdieping twee appartementen: appartement met twee slaapkamers aan kant van vijvers en een met drie slaapkamers aan kant van Bellevuestraat. Erg luxueuze appartementen voor gegoede burgers.
Bronnen
Archieven
GAE/DS 142-51.
Publicaties en studies
VAN DIJK, P., Appartementsgebouwen uit het Interbellum in het Brussels Hoofdstedeliik Gewest (niet gepubliceerde studie in opdracht van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen van Brussel), 2004.
VAN DIJK, P., Immeubles à appartements de l'entre-deux-guerres, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 1994 (Bruxelles, Ville d'art et d'histoire, 43).
Tijdschriften
FLOUQUET, P.-L., ‘L'appartement de 500.000 Fr. Interview de l'architecte Stanislas Jasinski', Bâtir, 60, 1937, p. 1448-1449.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid