Onderzoek en redactie
2009-2011
Bekijk de weerhouden gebouwen
Van het Eugène Flageyplein langs de rechteroever van de vijvers van Elsene naar de Levantstraat. De Lannoystraat, Meerstraat, Vilain XIIII-straat, Braambosstraat en Bellevuestraat komen er op uit.
Ze werd aangelegd in het kader van het Plan d'expropriation par zones pour l'aménagement des abords des étangs et pour l'ouverture de plusieurs rues aboutissant à l'avenue Louise, à la chaussée de Boondael, à la place Sainte-Croix et à l'ancienne abbaye de la Cambre dat werd goedgekeurd bij K.B. van 22.08.1873 (opgesteld door inspecteur der wegen van de buitenwijken van Brussel Victor Besme en directeur van Openbare Werken van Elsene Louis Coenraets). De aanleg van de weg en de vijvers werd uitgevoerd door de Société de l'Avenue Louise – eigenaar van de terreinen beneden de rotonde van de Louizalaan –, en dit volgens een akkoord met de stad Brussel en de gemeente Elsene, die sinds 1871 de meeste van deze gronden in hun bezit hadden.
De laan volgt het tracé van een oude landweg langs de vijvers en de Maalbeek. Deze weg was vanaf de 13e eeuw eigendom van de abdij van Terkameren en werd in het begin van de 16e eeuw gebruikt door takkenbosdragers en houthandelaren. Door het intensieve gebruik raakte de weg snel in slechte staat, zodat de abdij in mei 1581 de toelating kreeg om afsluitingen te plaatsen zodat ze de toegang kon controleren.
In 1876, op het moment dat de werken voor de aanleg van de vijvers werden voltooid, werd de oude weg avenue de la Cascade [Watervallaan] genoemd, verwijzend naar een artificiële rotspartij aan het uiteinde van de huidige eerste vijver. De straat kreeg haar huidige naam die verwijst naar de Franse generaal Charles de Gaulle (1890-1970) tijdens een plechtigheid die plaatshad op 10.10.1945 in aanwezigheid van de generaal en prins-regent Karel van België.
De bebouwing, hoofdzakelijk bestaande uit burgerwoningen, valt op door haar kwaliteit en architecturale coherentie. De eerste bouwaanvragen dateren van eind jaren 1870 (zie nr. 18, 19, van 1878), maar de meeste huizen dateren van tussen eind jaren 1880 en begin jaren 1900.
Naar de in 1873 gesigneerde overeenkomst tussen de gemeente Elsene en de Société de l'Avenue Louise, bevindt zich voor de huizen een non-aedificandi zone voor de aanleg van voortuinen die bijdragen aan het groene en pittoreske karakter van de wijk van de vijvers.
In het begin van de laan echter zijn de twaalf eerste tuinen langs de vijvers in feite de achtertuinen van huizen die in 1884 door de Société de l'Avenue Louise werden gebouwd langs de Vleurgatsesteenweg (zie nr. 2 tot 22 Vleurgatsesteenweg). Aan de kant van de steenweg vormen de neoclassicistische voorgevels van deze huizen een rij met een zekere architecturale uniformiteit, terwijl de achtergevels aan de kant van de vijvers gebouwd zijn in eclectische stijl en het materiaal meer aangepast is aan het pittoreske karakter van de vijvers.
In de laan overheerst het eclecticisme dat in de tijd dat de wijk van de vijvers werd aangelegd erg in trek was. De stijl neemt hier meestal een eenvoudige vorm aan, vooral in het geheel van op de vijver uitgevende huizen die tussen 1888 en 1899 werden gebouwd aan het begin van de laan en trapsgewijze inspringen ten opzichte van elkaar (zie nr. 14 tot 17). Op nr. 30, 31 en 33 bouwde Ernest Delune, die in talrijke straten van de wijk van de vijvers investeerde, een geheel van huizen in sobere eclectische stijl die doet denken aan sommige gevels die hij in dezelfde periode voor de Dalstraat ontwierp (zie deze nr.).
De Luikse architect Paul Jaspar maakte een erg eigenzinnig ontwerp voor nr. 44. De pittoreske gevel bevat elementen die ontleend zijn aan de regionale architectuur van het Maasland (zie dit nr.).
De twee gekoppelde huizen ontworpen door architect Ernest Blérot zijn opmerkelijke voorbeelden van art nouveau (zie nr. 38, 39). Ze maken deel uit van het geheel van burgerwoningen dat de architect ontwierp voor de wijk van de vijvers, waar hij ook zijn eigen woning bouwde (1901–1908). Dit huis op de hoek van de laan en de Vilain XIIII-straat (ter hoogte van het huidige nr. 42), werd helaas in het begin van de jaren 1960 gesloopt.
Rond 1910 werden een aantal huizen gebouwd in Beaux-Artsstijl. Ze werden ontworpen door architecten als Arthur Verhelle (zie nr. 40) of Gustave Maukels (zie nr. 47).
Vanaf eind jaren 1930 werd een aantal woningen gesloopt en vervangen door appartementsgebouwen, een woonwijze die na de Eerste Wereldoorlog erg in trek was bij de hoge burgerij. Voorbeelden daarvan zijn het modernistische gebouw ontworpen door architect Saintenoy (zie nr. 25-26), op de hoek van de Lannoystraat, of Le Tonneau, waarvan de eigenzinnige ronde vorm harmonieert met de rondingen van de vijvers (zie nr. 51). La Cascade, eveneens een mooi modernistisch appartementsgebouw werd in 1938-1939 gebouwd voor rekening van architect Jean-Florian Collin die in Brussel, zowel voor als na de oorlog, een van de grootste aannemers was actief in de bouw van appartementsgebouwen (architect René Ajoux; zie nr. 36). Ter hoogte van het E. Flageyplein werd in 1953 een meer bescheiden appartementsgebouw gebouwd; het is aangepast aan de hoogte van de omringende huizen en werd ontworpen door architect Roger G. Huvenne (nr. 10). Het gebouw ernaast, van 1960, werd ontworpen door ingenieur-architect Ivan Caric en werd gebouwd op initiatief van een kleine aannemer die zelf op de eerste verdieping ging wonen en de rest verhuurde (nr. 12).
Op een kleine square ter hoogte van het kruispunt met de Braambosstraat en de Bellevuestraat, tegenover de Koningstuin, staat het standbeeld van de geoloog en natuurkundige Alphonse Renard (Ronse, 1842–Elsene, 1903). Hij was de eerste directeur van de afdeling mineralogie en petrografie van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen. Het beeld in kalksteen werd in 1906 ontworpen door beeldhouwer Alphonse De Tombay (1843-1918). Het rust op een sokkel in hardsteen met de inscriptie ‘Veritas liberavit eum' (De waarheid heeft hem bevrijd).
Het beeld stond oorspronkelijk in het midden van de huidige Gedachtenissquare, tussen de twee vijvers, maar werd in 1926 naar zijn huidige locatie verhuisd.
Ze werd aangelegd in het kader van het Plan d'expropriation par zones pour l'aménagement des abords des étangs et pour l'ouverture de plusieurs rues aboutissant à l'avenue Louise, à la chaussée de Boondael, à la place Sainte-Croix et à l'ancienne abbaye de la Cambre dat werd goedgekeurd bij K.B. van 22.08.1873 (opgesteld door inspecteur der wegen van de buitenwijken van Brussel Victor Besme en directeur van Openbare Werken van Elsene Louis Coenraets). De aanleg van de weg en de vijvers werd uitgevoerd door de Société de l'Avenue Louise – eigenaar van de terreinen beneden de rotonde van de Louizalaan –, en dit volgens een akkoord met de stad Brussel en de gemeente Elsene, die sinds 1871 de meeste van deze gronden in hun bezit hadden.
De laan volgt het tracé van een oude landweg langs de vijvers en de Maalbeek. Deze weg was vanaf de 13e eeuw eigendom van de abdij van Terkameren en werd in het begin van de 16e eeuw gebruikt door takkenbosdragers en houthandelaren. Door het intensieve gebruik raakte de weg snel in slechte staat, zodat de abdij in mei 1581 de toelating kreeg om afsluitingen te plaatsen zodat ze de toegang kon controleren.
In 1876, op het moment dat de werken voor de aanleg van de vijvers werden voltooid, werd de oude weg avenue de la Cascade [Watervallaan] genoemd, verwijzend naar een artificiële rotspartij aan het uiteinde van de huidige eerste vijver. De straat kreeg haar huidige naam die verwijst naar de Franse generaal Charles de Gaulle (1890-1970) tijdens een plechtigheid die plaatshad op 10.10.1945 in aanwezigheid van de generaal en prins-regent Karel van België.
De bebouwing, hoofdzakelijk bestaande uit burgerwoningen, valt op door haar kwaliteit en architecturale coherentie. De eerste bouwaanvragen dateren van eind jaren 1870 (zie nr. 18, 19, van 1878), maar de meeste huizen dateren van tussen eind jaren 1880 en begin jaren 1900.
Naar de in 1873 gesigneerde overeenkomst tussen de gemeente Elsene en de Société de l'Avenue Louise, bevindt zich voor de huizen een non-aedificandi zone voor de aanleg van voortuinen die bijdragen aan het groene en pittoreske karakter van de wijk van de vijvers.
In het begin van de laan echter zijn de twaalf eerste tuinen langs de vijvers in feite de achtertuinen van huizen die in 1884 door de Société de l'Avenue Louise werden gebouwd langs de Vleurgatsesteenweg (zie nr. 2 tot 22 Vleurgatsesteenweg). Aan de kant van de steenweg vormen de neoclassicistische voorgevels van deze huizen een rij met een zekere architecturale uniformiteit, terwijl de achtergevels aan de kant van de vijvers gebouwd zijn in eclectische stijl en het materiaal meer aangepast is aan het pittoreske karakter van de vijvers.
In de laan overheerst het eclecticisme dat in de tijd dat de wijk van de vijvers werd aangelegd erg in trek was. De stijl neemt hier meestal een eenvoudige vorm aan, vooral in het geheel van op de vijver uitgevende huizen die tussen 1888 en 1899 werden gebouwd aan het begin van de laan en trapsgewijze inspringen ten opzichte van elkaar (zie nr. 14 tot 17). Op nr. 30, 31 en 33 bouwde Ernest Delune, die in talrijke straten van de wijk van de vijvers investeerde, een geheel van huizen in sobere eclectische stijl die doet denken aan sommige gevels die hij in dezelfde periode voor de Dalstraat ontwierp (zie deze nr.).
De Luikse architect Paul Jaspar maakte een erg eigenzinnig ontwerp voor nr. 44. De pittoreske gevel bevat elementen die ontleend zijn aan de regionale architectuur van het Maasland (zie dit nr.).
De twee gekoppelde huizen ontworpen door architect Ernest Blérot zijn opmerkelijke voorbeelden van art nouveau (zie nr. 38, 39). Ze maken deel uit van het geheel van burgerwoningen dat de architect ontwierp voor de wijk van de vijvers, waar hij ook zijn eigen woning bouwde (1901–1908). Dit huis op de hoek van de laan en de Vilain XIIII-straat (ter hoogte van het huidige nr. 42), werd helaas in het begin van de jaren 1960 gesloopt.
Rond 1910 werden een aantal huizen gebouwd in Beaux-Artsstijl. Ze werden ontworpen door architecten als Arthur Verhelle (zie nr. 40) of Gustave Maukels (zie nr. 47).
Vanaf eind jaren 1930 werd een aantal woningen gesloopt en vervangen door appartementsgebouwen, een woonwijze die na de Eerste Wereldoorlog erg in trek was bij de hoge burgerij. Voorbeelden daarvan zijn het modernistische gebouw ontworpen door architect Saintenoy (zie nr. 25-26), op de hoek van de Lannoystraat, of Le Tonneau, waarvan de eigenzinnige ronde vorm harmonieert met de rondingen van de vijvers (zie nr. 51). La Cascade, eveneens een mooi modernistisch appartementsgebouw werd in 1938-1939 gebouwd voor rekening van architect Jean-Florian Collin die in Brussel, zowel voor als na de oorlog, een van de grootste aannemers was actief in de bouw van appartementsgebouwen (architect René Ajoux; zie nr. 36). Ter hoogte van het E. Flageyplein werd in 1953 een meer bescheiden appartementsgebouw gebouwd; het is aangepast aan de hoogte van de omringende huizen en werd ontworpen door architect Roger G. Huvenne (nr. 10). Het gebouw ernaast, van 1960, werd ontworpen door ingenieur-architect Ivan Caric en werd gebouwd op initiatief van een kleine aannemer die zelf op de eerste verdieping ging wonen en de rest verhuurde (nr. 12).
Op een kleine square ter hoogte van het kruispunt met de Braambosstraat en de Bellevuestraat, tegenover de Koningstuin, staat het standbeeld van de geoloog en natuurkundige Alphonse Renard (Ronse, 1842–Elsene, 1903). Hij was de eerste directeur van de afdeling mineralogie en petrografie van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen. Het beeld in kalksteen werd in 1906 ontworpen door beeldhouwer Alphonse De Tombay (1843-1918). Het rust op een sokkel in hardsteen met de inscriptie ‘Veritas liberavit eum' (De waarheid heeft hem bevrijd).
Het beeld stond oorspronkelijk in het midden van de huidige Gedachtenissquare, tussen de twee vijvers, maar werd in 1926 naar zijn huidige locatie verhuisd.
Bronnen
Archieven
GAE/OW Historique des rues (1925).
GAE/DS 10: 142-10; 12: 142-12; 42: 142-42.
Publicaties en studies
DUQUENNE, X., L'avenue Louise à Bruxelles, Xavier Duquenne éd., Brussel, 2007.
HAINAUT, M., BOVY, Ph., Ixelles-Village et le quartier des Étangs, Gemeente Elsene, Brussel, 1998 (À la découverte de l'histoire d'Ixelles, 3), pp. 15, 17-19.
Ixelles, Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU, Brussel, 1990, pp. 81-88.
Le quartier des étangs d'Ixelles, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 1994 (Bruxelles, Ville d'Art et d'Histoire, 10).
DEROM, P., Les sculptures de Bruxelles. Catalogue raisonné, Patrick Derom Gallery, Brussel, 2002, p. 94.
Tijdschriften
Nr. 12: ‘Immeuble à appartements à Bruxelles', La Maison, 6, 1963, pp. 191-192.
GAE/OW Historique des rues (1925).
GAE/DS 10: 142-10; 12: 142-12; 42: 142-42.
Publicaties en studies
DUQUENNE, X., L'avenue Louise à Bruxelles, Xavier Duquenne éd., Brussel, 2007.
HAINAUT, M., BOVY, Ph., Ixelles-Village et le quartier des Étangs, Gemeente Elsene, Brussel, 1998 (À la découverte de l'histoire d'Ixelles, 3), pp. 15, 17-19.
Ixelles, Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU, Brussel, 1990, pp. 81-88.
Le quartier des étangs d'Ixelles, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 1994 (Bruxelles, Ville d'Art et d'Histoire, 10).
DEROM, P., Les sculptures de Bruxelles. Catalogue raisonné, Patrick Derom Gallery, Brussel, 2002, p. 94.
Tijdschriften
Nr. 12: ‘Immeuble à appartements à Bruxelles', La Maison, 6, 1963, pp. 191-192.