Typologie(ën)
burgerwoning
bijgebouwen
bijgebouwen
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1850-1901
Stijlen
Neoclassicisme
Beaux-Artsstijl
Inventaris(sen)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2007-2009
id
Urban : 19195
Beschrijving
Neoclassicistische burgerwoning met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., tweede helft 19e eeuw.
Lange tijd bewoond door Dr. Paul Héger, befaamd Belgisch bioloog.
Hardstenen benedenverdieping met doorlopende schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. op verdieping later toegevoegde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in neo-Vlaamse renaissancestijl ter vervanging van oorspronkelijk balkon. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen, uitgezonderd vleugeldeur.
Oorspronkelijk met opmerkelijk achterbouw/paviljoen i.o.v. Héger: aanvankelijk als kolenopslagplaats in vorm van chalet (arch. Louis Delahaye, 1906) en later omgebouwd bureel in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. en verbonden met huis via overdekte gang (1911). Achterbouw uiteindelijk rond 2000 gesloopt.
Lange tijd bewoond door Dr. Paul Héger, befaamd Belgisch bioloog.
Hardstenen benedenverdieping met doorlopende schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. op verdieping later toegevoegde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in neo-Vlaamse renaissancestijl ter vervanging van oorspronkelijk balkon. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen, uitgezonderd vleugeldeur.
Oorspronkelijk met opmerkelijk achterbouw/paviljoen i.o.v. Héger: aanvankelijk als kolenopslagplaats in vorm van chalet (arch. Louis Delahaye, 1906) en later omgebouwd bureel in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. en verbonden met huis via overdekte gang (1911). Achterbouw uiteindelijk rond 2000 gesloopt.
Bronnen
Archieven
GAE/DS 102-23.