Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Antoine TRAPPENIERSaannemer, architect1861

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2007-2009

id

Urban : 19197
lees meer

Beschrijving

Gelegen op kruispunt met de Stassartstraat, imposant herenhuis in neoclassicistische stijl n.o.v. arch. Antoine Trappeniers, 1861.

Aanvankelijk huis van slechts twee bouwlagen (volgens plan) onder paviljoendak op zeshoekig grondplan met achter aan halfronde uitbouw en aansluitende grote ommuurde tuin. Derde bouwlaag en aanbouw in de Stassartstraat vermoedelijk later toegevoegd (tussen1861 en 1912). Belangrijke verbouwingen en wijziging van hal en traphal in 1912 (arch. Servais Mayné). Vanaf 1926 ruimtes omgevormd tot burelen i.o.v. Société Synkin, Syndicat d'études et entreprises au Congo; laatste uitbreiding van 1950: aanbouw in gele belvédère baksteen.

Lakenweversstraat 31, opstand gevel Lakenweversstraat, GAE/DS 102-31-33 (1861).

Hoofdvolume van drie bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Lakenweversstraat, afgeschuinde hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in de Stassartstraat. Op benedenverdieping doorlopende  schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en muuropeningen met hanenkamVlakke samengestelde latei, waarvan de stenen als boogstenen functioneren; in ruime zin slaat de term ook op een boog met een getrapte (pseudo-) boogrug.. Geriemde vensteromlijstingen op verdiepingen. Hoeken benadrukt door gestuukte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Afgeschuinde hoek vanaf eerste verdieping terugspringend, met glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder guirlande en terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) eindigend onder gebogen pseudo-frontonFronton waarvan de onderste zijde van het lijstwerk ontbreekt. met versierd oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Vergelijkbare frontonsDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. boven zijgevels. Volume afgedekt door soort paviljoendak.
Verder in Lakenweversstraat aansluitende tuinmuur met poort en omlijste deur met entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. In de Stassartstraat aanbouw op nivellerende sokkel van één bouwlaag met doorlopende  schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  grotendeels vervangen, uitgezonderd getraliede smeedijzeren glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. (1912).

Lakenweversstraat 31, grondplan benedenverdieping, indeling na eerste verbouwingswerken, GAE/DS 102-31-33 (1912).

Interieur.
Bewaard Beaux-Artsinterieur met onder meer smeedijzeren traplambrisering. In aanbouw langs de Stassartstraat was vroeger wintertuin en speel- of muziekzaal ondergebracht.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 102-31-33.