Typologie(ën)

architectenwoning
burgerwoning

Ontwerper(s)

Édouard PARYSarchitect1891

Stijlen

Eclectisme
Neorenaissance

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 1889
lees meer

Beschrijving

Huis in eclectische stijl met neorenaissance-elementen en asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., gedateerd ‘anno 1891'. Privé-woning van arch. Édouard Parys.

Gevel in Gobertange met fraaie hardstenen decoratie. Hoge hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met later toegevoegde garagepoort. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met fraai geprofileerde deuromlijsting onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en tweedelig impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.; op eerste verdieping zeshoekige hardstenen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker. en bekroond door dito spits, vroeger voorzien van standbeeld; attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw.  met loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. afgesloten door balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. geflankeerd door monumentale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen. en cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd.; op eerste verdieping balkon met balustersVaasvormige spijl van een borstwering. tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.; vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. geflankeerd door twee paar Ionische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. en gebogen en gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken.; boven vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). van putti spelend met architecturale attributen; op attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw.  drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en tussen Dorische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. met aediculavormig sluitstuk, waarin cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met ‘P', en obeliskMonolithische pijler, naar boven toe smaller en bekroond met piramidale punt.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.

Interieur. trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. naast drie kamers in enfilade. Geprofileerde plafonds, lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …, eiken parket en marmeren schouwen.

Bronnen

Tijdschriften
'Maison chaussée de Charleroi, 204, Bruxelles, 1891 (architecte M. Ed. Parys)', L'Émulation, 1893, col. 188-189, pl. 13-14.