Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

A. VAN ROELENarchitect1889

A. VAN ROELENarchitect1885

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 1896
lees meer

Beschrijving

Ensemble van twee analoge burgerwoningen met neoclassicistische inslag en symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., volgens spiegelbeeldschema, n.o.v. arch. A. Van Roelen, respectievelijk 1889 en 1885.

Bepleisterde gevel met hardstenen elementen op dito onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. binnen hardstenen omlijsting. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met balkons volgens verkleinende ordonnantie met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Spiegels op hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. nr. 210. Op nr. 212 dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. (1930). Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

Bronnen

Archieven
GASG/DS 210: 3093 (1889); 212: 911 (1885), 84 (1930).