Typologie(ën)

woning
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Armand VAN WAESBERGHEarchitect1898

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2006-2008

id

Urban : 17974
lees meer

Beschrijving

Huis in eclectische stijl met art-nouveauelementen n.o.v. arch. Armand Van Waesberghe, 1898.

Drie bouwlagen. Gevel in witte baksteen met elementen in rode baksteen. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. of onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. Asymmetrische gevel met handelsruimte op benedenverdieping: uitstalraam onder brede I-balkIJzeren latei met I-profiel., geflankeerd door twee deuren; die naar winkelruimte kleiner en thans dichtgemetseld, alleen haar rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. is bewaard. Op balk van uitstalraam rust een van beide consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. van balkon van eerste verdieping; ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. met stengels eindigend in bloemen. Tweede verdieping symmetrisch; centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met kronkelende lijnen; latei onder ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. met timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd., waarschijnlijk, zoals paneel op hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., oorspronkelijk met sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister).. Centrale houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met dakstoelMeestal driehoekig samenstel van dragende onderdelen van een kap, in één vlak, haaks op het dakvlak en veelal opgebouwd uit één of meerdere elementen op elkaar (kapgebinten).. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... ; deur en glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met geometrische roedeverdeling.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 23541 (1898).

Publicaties en studies
LOZE, P. en F., Belgique Art Nouveau. De Victor Horta à Antoine Pompe, Eiffel Éditions, Brussel, 1991, pp. 130-133.
VANDENBREEDEN, J., VAN SANTVOORT, L., DE THAILLE, P., et al., Encyclopédie de l'Art nouveau. Tome premier. Le quartier Nord-Est à Bruxelles, CIDEP, Brussel, 1999, p. 191.
 
Tijdschriften
L'Art décoratif, augustus 1899, p. 214.