Typologie(ën)

architectenwoning

Ontwerper(s)

Guillaume LÖWarchitect1900

Stijlen

Eclectisme
Neoclassicisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Oost (Apeb - 2006-2009)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2006-2008

id

Urban : 17987
lees meer

Beschrijving

Voormalige eigen woning in eclectische stijl met neoclassicistische inslag van arch. Guillaume Löw, 1900.

Drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Benedenverdieping in hardsteen met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen)., oorspronkelijk met twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., in 1922 verbouwd tot garagepoort. Symmetrische verdiepingen met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) breder; in derde bouwlaag balkon met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. In twee eerste bouwlagen rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; in derde bouwlaag ontdubbelde rondboogvensters. Sgraffiti: twee panelen op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met vrouwenprofiel op achtergrond van architecteninstrumenten; op hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. gestileerde palmettenfries. Drie dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.; grootste met vleugelstukken. Bewaarde deur. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  oorspronkelijk met bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling en gekleurd glas. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op benedenverdieping volledig met glas-in-lood en die van eerste verdieping met scherm in glas-in-lood.

Interieur
In voorkamer op eerste verdieping werkkamer van architect; balkenplafond en schouw met rookvang met vrouwelijk profiel in reliëf. Centrale eetkamer; in centraal vertrek muren bekleed met imitaties van wandtapijten in camaïeu, geïnspireerd door de werken van Teniers (HEYMANS, V., 1994, fig. 224-245); ook hier balkenplafond. Achteraan veranda met glas-in-loodraam.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 23524 (1900), 24615 (1922).

Publicaties en studies
HEYMANS, V., Architecture et Habitants. Les intérieurs privés de la bourgeoisie à la fin du XIXe siècle (Bruxelles, quartier Léopold – extension nord-est) (proefschrift voor doctorstitel in de kunstgeschiedenis), Université libre de Bruxelles, 1994, fig. 224-245.
 
Tijdschriften
L'Émulation, 1904, pl. 45.