Typologie(ën)
opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1899-1914
Stijlen
Eclectisme
Beaux-Artsstijl
Inventaris(sen)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2005-2007
id
Urban : 17640
Beschrijving
Eclectisch opbrengsthuis met Beaux-Artsinvloeden, begin 20e eeuw.
Maakt deel uit van coherent eclectisch geheel, nl. nr. 597 tot nr. 601-603.
Drie bouwlagen en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), op verdiepingen geleed door monumentale Korinthische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Witstenen gevel met hardstenen elementen. Meestal rondboogopeningen. Hardstenen benedenverdieping met links herhaaldelijk verbouwde winkelpui, centraal opengewerkte smeedijzeren deur naar verdiepingen en rechts (inrij)poort. Breedste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met hardstenen bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. bekroond door terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; rechthoekig drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder hardstenen waaierWaaiervormige roedeverdeling van een bovenlicht, in houtsnijwerk of in smeedijzer.. Overige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met op eerste verdieping glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met balusterbalustrade op tweede verdieping. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... grotendeels vervangen net als mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met dakkappellen.
Maakt deel uit van coherent eclectisch geheel, nl. nr. 597 tot nr. 601-603.
Drie bouwlagen en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), op verdiepingen geleed door monumentale Korinthische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Witstenen gevel met hardstenen elementen. Meestal rondboogopeningen. Hardstenen benedenverdieping met links herhaaldelijk verbouwde winkelpui, centraal opengewerkte smeedijzeren deur naar verdiepingen en rechts (inrij)poort. Breedste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met hardstenen bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. bekroond door terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; rechthoekig drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder hardstenen waaierWaaiervormige roedeverdeling van een bovenlicht, in houtsnijwerk of in smeedijzer.. Overige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met op eerste verdieping glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met balusterbalustrade op tweede verdieping. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... grotendeels vervangen net als mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met dakkappellen.
Bronnen
Archieven
GAE/DS 315-603.