Typologie(ën)

appartementsgebouw

Ontwerper(s)

François (alias Frans) HEMELSOETarchitect1928

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2004

id

Urban : 17387
lees meer

Beschrijving

Op hoek met Georges en Jacques Martinstraat. Groot appartementsgebouw met Beaux-Artselementen, gesigneerd op onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. “F(rans) Hemelsoet architecte” en gedateerd onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). “ANNO / 1928”. Gevels onder pseudo-mansardedak.

Simili gevel in Tervurenlaan met vier bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Bakstenen deels bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel in G. en J. Martinstraat met acht ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarvan eerste twee met vier bouwlagen en volgende met vijf bouwlagen. Grotendeels rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. (twee- of drielichten); rondboogvormig in hoogste bouwlaag. Gestapelde in- en uitzwenkende erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in Tervurenlaan, gestapelde bow-windowsErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. in G. en J. Martinstraat. Smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op benedenverdieping en tweede verdieping, balustersVaasvormige spijl van een borstwering. in hoogste bouwlaag. Sommige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. over twee bouwlagen omlijst met guirlandes. Stenen dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., ter hoogte van erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder gebogen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..

Gevel in Tervurenlaan met opengewerkte smeedijzeren deur, geflankeerd door Ionische zuilen.

Uiterst linkse traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in G. en J. Martinstraat met slechts vier bouwlagen en bekroond door terras met pergola. Op benedenverdieping drie winkelpuien, waarvan de linkse verbouwd tot garage (1946).

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 196 (1927), 174 (1946).