Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Victor RUBBERSarchitect1924

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2005-2007

id

Urban : 16843
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee identieke opbrengsthuizen volgens spiegelbeeldschema in eclectische stijl en met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. i.o.v. ‘SA Le Fonçière Industrielle Belge', gesigneerd op sokkel ‘V(ictor). Rubbers / Architecte', 1924.

Oorspronkelijk vier bouwlagen, maar vijfde bouwlaag in hetzelfde jaar toegevoegd. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en geschilderde gevel op hardstenen sokkel. Eerste bouwlaag met doorlopende  schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en getoogde muuropeningen: vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en smeedijzeren glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. naast smaller vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Korfboogvensters op verdiepingen. In hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. in- en uitzwenkende gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.; op derde verdieping glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. naar terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.; op vierde verdieping glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met in- en uitzwenkend balkonnetje met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met gebogen gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en onder leien dakje; in vijfde bouwlaag vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met gebogen dorpelHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel). en dito smeedijzeren vensterleuningLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Gekoofd hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met floraal reliëf. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op laterale consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..

Bronnen

Archieven
GAE/DS 138-40-42.