Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Albert HUVENNEarchitect1907

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Etterbeek (DMS-DML - 1994-1997)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 15234
lees meer

Beschrijving

Imposant hoekgebouw met Frankenstraat in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. met vier bouwlagen + souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) + één afgeronde hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. + drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde., n.o.v. arch. A. HUVENNE, getekend en gedateerd op de gevel (1907).

Bepleisterde gevel op hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren..
Gevel Galliërslaan : oorspronkelijk met drie bouwlagen + souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping., in 1943 werd het souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. verbouwd tot volledige bouwlaag, de trap werd vervangen door een raam, huidige ingang bevindt zich eronder, twee souterrainvensters werden verbouwd tot twee rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Zijtraveeën in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., getypeerd door twee trapezoïdale erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met balusterbekroning tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. ; rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., in de tweede bouwlaag verdiept en geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. In de vierde bouwlaag deurvensters gevat in een verdiept rechthoekig veld. Centraal verdiepte moderne deur ; op de verdiepingen rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. gevat in dito verdiepte velden ; typische decoratie op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in de vierde bouwlaag.

Gevel Frankenstraat : in de afgeronde hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. getralied tweelicht waarboven vierlicht. Op de verdiepingen rechthoekige muuropeningen in verdiepte velden ; gedecoreerde borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in de derde bouwlaag ; paneel met festoenenAan strikken of linten opgehangen slinger van gehouwen of gesneden vruchten en loofwerk, vaak met neerhangende uiteinden. op de verdiepte penanten. Op de begane grond van de overige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) respectievelijk drie rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en uiterst rechts moderne garagepoort. Op de verdiepingen links rechthoekige uitbouw ; centraal halfronde uitbouw, geflankeerd door rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. In de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met balkonbekroning ; deurvenster met festoendecoratie in de laatste bouwlaag. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop..

Bronnen

Archieven

GAEtt./volgnr 141 (1943).