Frankenstraat

Van Galliërslaan naar Priester Cuypersstraat.

Afhellende, licht gebogen straat, aangelegd in het begin van deze eeuw. De aanleg maakte deel uit van het "plan d'ensemble" van de Tervurenlaan. Het gedeelte naar het station toe werd aangelegd in 1909. Het eerste deel van de straat wordt voornamelijk bepaald door eclectische woningen uit het begin van XX, meestal met twee of drie bouwlagen, al dan niet met souterrain, en twee traveeën onder zadeldak of mansardedak.

Voor sommige woningen werden rijke materialen gebruikt, andere werden op een meer traditionele manier gebouwd cfr Nr. 22 (arch. A. EVERARTS, 1909), 31 (1907), 33 (1906), 53 (arch. J. MICHEL, 1912), allen met vier bouwlagen, eenvoudig maar verzorgd gevelfront. Ook enkele ensembles, cfr Nr. 37, 39 (1904). Het tweede gedeelte van de straat wordt gekenmerkt door gebouwen uit de jaren 1920 en 1930 (hoofdzakelijk appartementsgebouwen) zoals Nr. 42-44 (arch. J.B. TILMAN, 1926), Nr. 55 tot 59 (arch. J. MICHEL, 1923, imposant ensemble van drie appartementsgebouwen, Nr. 55, 57 met vier bouwlagen en drie traveeën met oplopende bow-windows, Nr. 59 - op de hoek met de Biesputstraat - met vier bouwlagen en vier traveeën + hoektravee, drielichten en vier- of zevenlichten in de afgeronde hoektravee) ; voorts Nr. 75 (arch. PELSENEER, 1936) en 77 (arch. LINSSEN en DE MOL, 1935).