Typologie(ën)

herenhuis
opslagplaats/loods

Ontwerper(s)

Joseph VRANCKXarchitect1902

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 10597
lees meer

Beschrijving

Geheel gevormd door een herenhuis en een burgerwoning naar een ontwerp van architect Joseph Vranckx uit 1902, in opdracht van bierhandelaar Ch. Gailly. Deze liet binnen het bouwblok ook een bierdepot optrekken, eveneens naar ontwerp van J. Vranckx uit 1902.

Op nr. 103-105. Herenhuis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met elementen uit de neo-Italiaanse renaissanceArchitectuurstijl (ca. 1860-1914) die zich inspireert op de renaissance, een kunststroming ontstaan in het Italië van de 15e eeuw en die er o.m. op gericht was de bouwkunst van de Grieks-Romeinse oudheid te doen herleven. en met asymmetrische opbouw van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en drie bouwlagen. Natuurstenen gevel op een hardstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.; met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). op de plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. en diepe schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op de begane grond, afgewerkt met hardstenen gevelelementen. Rechthoekige muuropeningen. Links op de benedenverdieping bevindt zich een inrijpoort onder een impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. als tweelichtTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. met ionisch deelzuiltjeZuiltje dat een vensteropening verdeelt ter ondersteuning van een latei of de onderverdelende bogen. op de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.. In het midden een bewaarde eikenhouten vleugeldeur met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. in gezandstraald glas met roedenverdeling, onder een impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. Beide impostvenstersVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. bevinden zich tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en onder een entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles..

De bovenverdiepingen zijn uitgevoerd in witsteen, met een risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. in de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. en balkons met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder een entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. op de hoogste bouwlaag. De overige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen bevatten venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. bestaat uit een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. en trigliefenVersiering, ontleend aan de Dorische fries, bestaande uit een vooruitspringend, rechthoekig vlak met twee gleuven in het midden en een halve aan elke zijkant; soms kan het aantal gleuven sterk afwijken.. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. met tandlijst.

Het interieur bevat op de benedenverdieping, ter hoogte van de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., een aaneenschakeling van drie rijkelijk uitgewerkte vertrekken in neo-renaissancestijl. De aankleding omvat faux-marbre pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met verguld sjabloonwerk van Vredeman-de-Vries-ornamenten, sierhaarden in zwart en rood geaderd graniet, en plafonds met complexe vormgeving en geschilderde arabeskenOrnament met slingerende grondlijn, bekleed met bladeren, bloemen, vruchten, gedeelten van mensen- of dierenbeelden in grillige vormen, maar op sierlijke wijze geschikt en aaneengestrengeld..

Via de inrijpoort bereikt men het achterliggende bierdepot, op rechthoekig grondplan van ca. 24 x 18 meter. Het gebouw telt vier bouwlagen met bakstenen gevels en getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. muuropeningen, uitgevoerd binnen een rastervormige structuur in gewapend beton volgens het Hennebiqueprocédé – het eerste gepatenteerde systeem voor gewapend beton in Frankrijk – en gerealiseerd door aannemer SA Louis De Waele.

Aan de zuidzijde van het perceel bevinden zich twee kleinere bijgebouwen (architect J. Vranckx, 1902) van twee bouwlagen, met bakstenen gevels verlevendigd door een dubbele rij witgeglazuurde baksteen. Ze hebben rechthoekige muuropeningen, grotendeels onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. of bichrome ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. Het meest afgelegen ervan is doorlopend  naar het perceel van het opbrengsthuis in de Hoevestraat nr. 13 (zie dit nr.) dat in 1908 voor dezelfde opdrachtgever werd gebouwd, vermoedelijk naar ontwerp van de architect J. Vranckx.

Op nr. 107. Burgerwoning in eclectische stijl met polychroom parementGangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en tal van ornamenten; vaak gevels met een asymmetrische compositie. en asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Bakstenen gevel met elementen in hardsteen en witgeglazuurde baksteen. Diverse boogvormige muuropeningen onder mijterboogvormige ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. Smalle toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met vervangen toegangsdeur onder impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Sgrafittopanelen op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met balkons met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; geometrische baksteenpatroon op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van benedenverdieping. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op uitgelengde modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. en tandlijst. Bewaard ijzer- en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

Waardestelling
Artistieke waarde
Het herenhuis in de Liedekerkestraat is representatiefDe representativiteit verwijst naar het feit dat het onroerend goed een of meer significante kenmerken heeft in vergelijking met andere onroerende goederen in dezelfde categorie (bijvoorbeeld een typologie): het moet een “goed voorbeeld” zijn dat tal van betekenisvolle kenmerken in zich verenigt. De representativiteit van een goed wordt geëvalueerd in functie van zijn geografische context (lokaal, regionaal, nationaal), zijn chronologische context (is betekenisvol in de sociale, religieuze, politieke, industriële of wetenschappelijke geschiedenis, in de esthetiek), zijn historische architecturale context (bijvoorbeeld, het vertaalt op significante wijze een kenmerk van een desbetreffend tijdperk. Net als voor het bepalen van de zeldzaamheid, is het voor de representativiteit noodzakelijk het goed te vergelijken met andere goederen die tot dezelfde categorie behoren. Een onroerend goed kan representatief zijn voor een bepaalde stijl, typologie, stedenbouwkundig concept of het oeuvre van de ontwerper, enz. voor het werk van architect Joseph Vranckx, die woonachtig was in Sint-Joost-ten-Node. Het neemt een bijzondere plaats in binnen zijn oeuvre. De benedenverdieping bevat nog steeds hoogwaardige decoratieve kenmerken in neo-Italiaanse renaissancestijl, waaronder zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd., haarden en plafonds, wat een samenhang creëert tussen het interieur en het rijk uitgewerkte exterieur. Het geheel van woning en achterliggend depot is een interessante casus van een functioneel programma, waarbij de inrijpoort in de woning rechtstreeks toegang geeft tot een industrieel gebouw met depotfunctie, vermoedelijk eveneens ontworpen door Vranckx.

Esthetische waarde
Het geheel heeft een duidelijke contextuele waarde door haar bijdrage aan het visueel samenhangende straatbeeld. Het is typerend voor de eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. bouwstijl van het begin van de 20e eeuw, in dit geval met elementen uit de neo-Italiaanse renaissanceArchitectuurstijl (ca. 1860-1914) die zich inspireert op de renaissance, een kunststroming ontstaan in het Italië van de 15e eeuw en die er o.m. op gericht was de bouwkunst van de Grieks-Romeinse oudheid te doen herleven., vertaald in een doordachte materiaalkeuze en kwalitatieve afwerking. Zowel het herenhuis als het depot hebben in belangrijke mate hun authenticiteitDe authenticiteit van een goed wordt beoordeeld op basis van de overeenstemming van de huidige staat met de oorspronkelijke staat. Een goed is authentiek als het plan, de vorm, het concept, de functie, de technieken, de materialen, de decoratie van de interne elementen overeenstemmen met een betekenisvolle, beduidende of kenmerkende staat. Het kan zijn dat een goed een natuurlijke aftakeling heeft ondergaan of een transformatie (bijvoorbeeld vervanging van het schrijnwerk – ramen in het bijzonder, vervanging van winkelpuien) en toch conform blijft aan zijn oorspronkelijke staat (zgn. bewaarde structurele continuïteit). Een goed is authentiek als het oorspronkelijke concept en de functie nog steeds leesbaar zijn (bijvoorbeeld een industrieel complex dat herbestemd is). De transformatie kan dan als een element van zijn geschiedenis worden beschouwd. We moeten bijgevolg de eventuele integratie van waardevolle elementen in de loop van de geschiedenis van het gebouw evalueren. bewaard.

Historische waarde
De woning is representatiefDe representativiteit verwijst naar het feit dat het onroerend goed een of meer significante kenmerken heeft in vergelijking met andere onroerende goederen in dezelfde categorie (bijvoorbeeld een typologie): het moet een “goed voorbeeld” zijn dat tal van betekenisvolle kenmerken in zich verenigt. De representativiteit van een goed wordt geëvalueerd in functie van zijn geografische context (lokaal, regionaal, nationaal), zijn chronologische context (is betekenisvol in de sociale, religieuze, politieke, industriële of wetenschappelijke geschiedenis, in de esthetiek), zijn historische architecturale context (bijvoorbeeld, het vertaalt op significante wijze een kenmerk van een desbetreffend tijdperk. Net als voor het bepalen van de zeldzaamheid, is het voor de representativiteit noodzakelijk het goed te vergelijken met andere goederen die tot dezelfde categorie behoren. Een onroerend goed kan representatief zijn voor een bepaalde stijl, typologie, stedenbouwkundig concept of het oeuvre van de ontwerper, enz. voor een herenhuis gebouwd rond de eeuwwisseling van de 19e en 20e eeuw. Samen met het depot vormt ze een betekenisvol geheel in de context van de commerciële ontwikkeling nabij de Leuvensesteenweg.
Het bierdepot draagt bovendien bij aan de historische waardeHet onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem). als een vroege toepassing van het Hennebiqueprocédé, een gepatenteerd bouwsysteem in gewapend beton, ontwikkeld door de Franse architect en pionier François Hennebique (1842–1921). Deze vestigde zich in 1865 in Kortrijk als aannemer, opende in 1867 een bureau in Brussel en verhuisde in 1897 naar Parijs om als consulent te werken binnen een netwerk van erkende aannemers, waaronder SA Louis De Waele.

Technische waarde
Het achterliggende bierdepot, bereikbaar via de inrijpoort, is representatiefDe representativiteit verwijst naar het feit dat het onroerend goed een of meer significante kenmerken heeft in vergelijking met andere onroerende goederen in dezelfde categorie (bijvoorbeeld een typologie): het moet een “goed voorbeeld” zijn dat tal van betekenisvolle kenmerken in zich verenigt. De representativiteit van een goed wordt geëvalueerd in functie van zijn geografische context (lokaal, regionaal, nationaal), zijn chronologische context (is betekenisvol in de sociale, religieuze, politieke, industriële of wetenschappelijke geschiedenis, in de esthetiek), zijn historische architecturale context (bijvoorbeeld, het vertaalt op significante wijze een kenmerk van een desbetreffend tijdperk. Net als voor het bepalen van de zeldzaamheid, is het voor de representativiteit noodzakelijk het goed te vergelijken met andere goederen die tot dezelfde categorie behoren. Een onroerend goed kan representatief zijn voor een bepaalde stijl, typologie, stedenbouwkundig concept of het oeuvre van de ontwerper, enz. voor de innovatieve toepassing van gewapend beton volgens het Hennebiqueprocédé. Dit systeem werd vanaf 1867 ook in België toegepast via erkende aannemers. Het depot op dit perceel is een vroeg voorbeeld van deze constructiewijze, uitgevoerd door SA Louis De Waele.

Stedenbouwkundige waarde
Het geheel heeft een ensemblewaarde omdat het deel uitmaakt van een groep coherente gebouwen die allemaal op hetzelfde moment door dezelfde architect en voor dezelfde opdrachtgever zijn ontworpen (architectonisch ensemble). Gezien het qua stijldiversiteit aansluit bij de bestaande stedelijke context kent het geheel een contextuele waardeDe contextuele waarde van een goed hangt af van de manier waarop het met zijn onmiddellijke omgeving in relatie treedt vanuit: - stedenbouwkundig: het markeert een hoek of een perspectiefgezicht, of wordt een baken in het landschap dankzij zijn sterke aanwezigheid (zijn inplanting, zijn opmerkelijke volumetrie); - landschappelijk: het goed dankt zijn landschappelijke kwaliteiten aan zijn bijzondere ligging, of aan de manier waarop de verschillende volumes waaruit het bestaat zijn ingedeeld of ingeplant zijn in het landschap; - esthetisch: het goed onderscheidt zich door de kwaliteit van zijn integratie in of aanhechting aan het stedelijke landschap of het residentiële weefsel; het draagt bij tot een algemeen visueel harmonieus effect van de buurt en tot een aantrekkelijke leefomgeving; - sociaal: een geheel van sociale woningen, een industrieel complex, enz.; - historisch: een oude dorpskern (de eerste gebouwen in een gemeente), eigendommen die vanaf het begin ontworpen zijn als onderdeel van een stedenbouwkundig concept (bijvoorbeeld de burgerwoningen rond het Elisabethpark of het park van Vorst).Daarbij heeft de aanwezigheid van het industrieel gebouw binnen het bouwblok een grote impact op de ruimtelijkheid van dit binnengebied.


Bronnen

Archieven
GASJ/OW nr. 103-105: 6256 (1902); nr. 107: 6257 (1902).

Publicaties en studies
Centre d’archives de l’IFA, Fonds Bétons armés Hennebique (BAH), Subdiv. 46 : Belgique, BAH-24-1902-08780. Brasserie Gailly, Bruxelles (Belgique) : magasin à bière. 1902.
Inventaire Visuel de l'Architecture Industrielle à Bruxelles, Saint-Josse-ten-Noode, AAM, Brussel, 1980-1982, fiche 3.